Boekverslag: ‘Het zusje van de buurvrouw’ van Margot Vanderstraeten
Al enkele jaren nemen we in het aanbod van de Cultuurgids boeken op uit de Te Gek!?-reeks, een serie die psychische problemen bespreekbaar maakt. Een van die titels is Het zusje van de buurvrouw van Margot Vanderstraeten. Omdat het aansluit bij ons jaarthema ‘buren’, wilden we de novelle graag bespreken en de mening van onze nieuwe collega Ikram horen.
Tekst: Lotte De Snijder
Louis en Zaida zijn buren. Hoewel beide twintigers al meer dan een jaar naast elkaar wonen, hebben ze geen contact. Tot een lekkende waterleiding daar verandering in brengt. De tongen komen los, maar over hun privéleven zijn ze beiden erg gesloten. Zaida, die Marokkaanse roots heeft, zwijgt nadrukkelijk over haar familie, Louis, die homo is, praat liever over eten. Wanneer Zaida halsoverkop naar het buitenland vertrekt, laat ze Louis achter met een koekjesdoos vol herinneringen aan haar overleden zusje Nadja. Hij duikt in de vele grote en kleine gevechten die ze voerde: binnen haar familie, tegen de vooroordelen, maar vooral ook tegen zichzelf.
Hoewel Het zusje van de buurvrouw een erg dun boekje is, bevat het heel veel thema’s. Het grootste thema wordt in de flaptekst echter niet vermeld: Nadja overlijdt aan anorexia. Aangezien zij het grootste deel van het boek aan het woord is, gaat het dus vooral daarover. Hoe ze zichzelf en haar lichaam ziet. Hoe de ziekte haar steeds meer in beslag neemt en uiteindelijk helemaal opslokt:
- “Honger, zal ik straks aan een van de psychologen uitleggen, is een dictator die alles wat er echt toe doet strategisch onder knoet houdt.”
- “Met mijn magerzucht is het niet anders dan met de vrieskou die twee tenen van Jochens vader opat: de vijand gaat zich op den duur als een gast gedragen en uiteindelijk wordt hij, als een vriend des huizes, nog zo ontvangen ook. Ik heb mijn honger omarmd. Ik heb hem zich in me laten nestelen.”
Vanderstraeten schreef de novelle op verzoek van Te Gek!?, de campagne over geestelijke gezondheidszorg, en focust op het op tijd herkennen van signalen dat het niet goed gaat. Daarom sprak ze met heel veel anorexiapatiënten en die getuigenissen verwerkte ze in het verhaal. In een interview met Bart Schols tijdens De afspraak vertelde ze ook dat die signaalherkenning een groot probleem is bij de allochtone bevolking: psychische problemen liggen om allerlei redenen erg gevoelig.
Het zusje van de buurvrouw is heel bewust gesitueerd binnen de Marokkaanse gemeenschap en dat maakte ons bewust van een aantal zaken die we niet wisten. Zo zegt Nadja op een bepaald moment: “Soms, maar alleen als papa niet thuis is, raakt mama op drift. Ze kan er niets aan doen, ze is verdrietig en misschien zou ik moeten zeggen dat ze een depressie heeft, of aan een depressie lijdt, maar woorden als depressie en depressief gebruiken wij niet, wij doen niet aan ziektes in het hoofd. Wij Marokkanen zijn zelfs te trots om een bril te dragen als onze ogen het laten afweten.”
Over dit thema hebben we veel vragen gesteld aan Ikram, onze collega van Marokkaanse afkomst. Ze vond de beschrijvingen van de Marokkaanse gemeenschap over het algemeen heel herkenbaar, maar is het toch niet eens met alles wat er wordt gezegd, bijvoorbeeld over familietherapie. Nadja’s familie neemt niet deel aan de groepssessies, waardoor Nadja een deel van de behandeling mist. Er is ook geen enkele Marokkaanse hulpverlener in het team die de impact van haar thuissituatie correct kan inschatten. Ikram is er niet van overtuigd dat Marokkaanse families minder aan groepstherapie doen, ze gaat namelijk zelf geregeld tolken als er zich in andere gezinnen familiale problemen voordoen.
Een andere opmerking van Ikram betreft het verschil tussen de Marokkaanse gemeenschap in Vlaanderen en in die Marokko. Marokkanen in Marokko ervaart ze als opener dan de Marokkaanse gemeenschap hier. Dat doet ons denken aan een lezing van de Nederlandse hoogleraar Paul Scheffer, die we vorig jaar op de Trefdag van Socius in Gent hoorden spreken. Uit zijn onderzoek naar de geschiedenis van migratie blijkt dat migranten vaak conservatiever zijn dan de inwoners van hun land van herkomst. Door migratie gaat er namelijk altijd iets verloren: tradities die in het land van herkomst betekenis hadden, komen in een nieuw land onder druk te staan. Die vervreemding verklaart de behoudzuchtige reacties: mensen klampen zich vast aan wat ze dreigen te verliezen. Scheffer benadrukt dat ook de autochtone bevolking vaak het gevoel heeft dat ze hun vertrouwde wereld verliezen als er migranten in hun buurt komen wonen. Die gemeenschappelijke ervaringen kunnen volgens hem het begin van een dialoog zijn.
Elke keer opnieuw verrast het ons wat je uit een boek haalt als je er met verschillende lezers over praat. De meeste van ons waren teleurgesteld door het feit dat het verhaal van Zaida en Louis slechts als kaderverhaal fungeert en dat verschillende thema’s die op de flaptekst aangestipt worden, niet zijn uitgewerkt. We vonden het verhaal ook niet spannend en meeslepend genoeg. Maar de duiding van Ikram tijdens de bespreking maakte veel goed. In die zin is het opzet als kennismaking met een thema als ‘anorexia bij allochtonen’ zeker geslaagd. Wie mensen met anorexia kent, herkent zeker veel in Nadja’s gedachten en handelingen. Het boek lijkt ons dan ook erg geschikt om te lezen en te bespreken met middelbare scholieren en hen sensibiliseren over het onderwerp. De sms- en mailconversaties in het boek lijken ons ideaal voor die leeftijd. Voor ons was het echter niet voldoende: het verhaal zal de meesten helaas niet bijblijven.
—
Het laatste boek in de Te Gek!?-reeks is Deserteren van Annelies Verbeke. Bekijk nu de korte inhoud van het boek.
In november verschijnt het volgende boek in de reeks: Een smerig dier van Paul Baeten Gronda. In het decembernummer van ons magazine krijg je een exclusieve voorpublicatie van het boek.
Heb je andere boeken uit de reeks gelezen? We horen graag wat je ervan vond!