“Berbers kwam met de moedermelk, maar Nederlands is mijn moedertaal”
Hij is dé start-up specialist in Vlaanderen. Geen ‘stuurman aan wal’: vóór hij adviseur werd van Belgische technologiebedrijven, vóór hij een resem succesvolle boeken schreef, had Omar Mohout al zijn eigen onderneming opgericht – en verkocht. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en na negen jaar onderzoeker en coach staat hij sinds vorig jaar opnieuw aan het roer van een onderneming. Wat zijn indrukwekkende cv niet expliciet zegt, is dat Omar een bijzondere liefde koestert voor het Nederlands: “De rijkdom van onze taal is te mooi om te laten verloren gaan.”
Tekst: Dirk Remmerie
Van Berbers tot Nederlands
Twee en een half was Omar toen zijn ouders vanuit Marokko in Mechelen neerstreken. Aan de keukentafel spraken vader en moeder hun thuistaal, het Berbers. “Dat was dan ook de taal die ik met de moedermelk meekreeg. Er bestaat wel een specifiek Berbers alfabet, maar ik ken werkelijk niemand – van de vorige of huidige generatie – die de taal kan lezen of schrijven. Als ik die Berberse symbolen zie, heb ik geen flauw idee wat ze betekenen. Kortom, voor ons is het een puur orale traditie, die teruggaat tot de taal van de farao’s. Dat ik van thuis een taal heb meegekregen die ik niet kan lezen noch schrijven, maakt dat ik het Berbers enkel beheers voor huis-, tuin- en keukengebruik. Dat klinkt een beetje vreemd wellicht, maar ik kan in mijn thuistaal geen volwaardig gesprek voeren over economie, politiek of wetenschap omdat ik een belangrijk instrument ontbeer: de woordenschat.”
“Mijn tweede taal, die ik wel kan lezen en schrijven, is het Arabisch. Voor alle duidelijkheid: op wat leenwoorden na, is er geen enkel verband tussen het Berbers en het Arabisch. Er is een tijd geweest dat het Berbers als cultuurtaal werd onderdrukt, maar vandaag is er opnieuw meer ruimte voor. Alle administratieve communicatie, alle media, alle series op tv… Het is allemaal in het Arabisch. Ook bidden gebeurt in het Arabisch, net zoals in onze Vlaamse contreien destijds in het Latijn werd gebeden. Voor mij zijn het complementaire talen omdat ze elk een eigen toepassing hebben. In het Berbers gaat het over koetjes en kalfjes, terwijl het Arabisch het vocabularium biedt voor wetenschap, politiek, economie, technologie…”
Toen de jonge Omar in de schoolbanken belandde, wachtte hem daar nog een taal, het Nederlands. “Rekenkundig mijn derde taal en toch is het mijn moedertaal. Het Nederlands is de taal waarin ik mij het beste kan uitdrukken, waarin ik reken, waarin ik droom, denk en schrijf. Het Nederlands is de taal waarvan ik doordrongen ben en waarvan ik cultuurdrager ben.” Verwonderen mag dat niet, want Omar las de plaatselijke jeugdbibliotheek letterlijk uit. “Ik leerde Nederlands op school, maar vooral door heel veel boeken te verslinden. Met als gevolg dat ik soms een soort boekentaal spreek. Ik sprak bijvoorbeeld ‘rakkefiets’ uit in plaats van ‘racefiets’, omdat ik het woord leerde uit boeken zonder het ooit fonetisch gehoord te hebben. Een ander gevolg is dat ik het nog altijd moeilijk vind om groenten juist te benoemen, maar wel de beste opstellen schreef van de klas. Geïnspireerd door Thea Beckman, Annie M.G. Schmidt & co wilde ik graag schrijver worden - wat ik, weliswaar met veertig jaar vertraging, uiteindelijk ook geworden ben.”
Uit onze Taal is Toekomst-enquête kwam naar voor dat nogal wat mensen (acht procent) soms bang zijn om Nederlands te spreken of te schrijven.
“Zelf heb ik die ervaring niet, maar ik begrijp het wel. Persoonlijk vind ik het extreem belangrijk om mijn taal goed te beheersen en correct te schrijven. Laat mij er geen doekjes om winden, mijn naam ‘Omar Mohout’ toont aan dat mijn wortels elders liggen en net daarom wil ik niet dat iemand mij kan betrappen op fouten of slordigheden. Ik leg de lat zo hoog mogelijk. Ik snap dus wel dat anderen, die misschien ook de ambitie hebben om heel zorgvuldig met taal om te gaan, tot op het perfectionistische af, net daardoor minder durven communiceren. Terwijl bij geboren en getogen Vlamingen niemand in vraag zal stellen dat het Nederlands hun moedertaal is, ook als ze hun taal slordig hanteren.”
Jouw thuistalen waren Berbers en Arabisch. Hoe heb jij het aangepakt met jouw kinderen?
“Archislecht. Het is pijnlijk om toe te geven, maar mijn kinderen zijn opgevoed met enkel het Nederlands als thuistaal. Mijn kinderen nemen mij nu kwalijk dat ze geen Berbers spreken. Ik geef hen geen ongelijk. Achteraf bekeken had ik het misschien beter anders aangepakt. Een norm voor iedereen zou ik er niet van maken, maar ik ben ervan overtuigd dat een gemiddeld kind in staat is om meerdere talen van thuis uit mee te krijgen, én die goed te beheersen. Ik vind dat eerder een verrijking dan een verzwakking.”
Schep je nog steeds plezier in lezen?
“Ik ben nog altijd een boekenwurm. En als ik zie hoeveel informatie ik elke week al lezend absorbeer, dat is toch wel een gigantische hoeveelheid. In tegenstelling tot de jongere generatie die liever een video bekijkt op YouTube, ben ik verknocht aan teksten. Video verplicht mij immers om het opgelegde ritme te volgen, terwijl ik een tekst kan lezen zoals ik wil: diagonaal, hier en daar wat trager of net sneller… Een tekst geeft mij controle over het tempo.”
Als head of digital, lees je het liefst op papier of digitaal?
“Mijn zoon verkiest de e-reader, maar ik lees nog altijd graag in boekvorm. Als schrijver ben ik altijd erg gecharmeerd als mijn boeken digitaal worden uitgebracht, want dan krijg ik statistieken. Ik kan zien welke passages uit mijn boeken het meest worden aangeklikt. Dat is wonderlijk, want als auteur heb je er vaak het raden naar wat lezers belangrijk vinden.”
Studie na studie wijst uit dat het niet zo goed gaat met onze taalbeheersing. Legt dat een last op onze toekomst?
“Taal is geen onveranderlijke constante. Ik moet toegeven dat ik mij erger als mijn eigen kinderen sms-taal gebruiken. Ik vind dat slordig en dat stoort mij. Nu, ik denk dat de norm bij mijn generatie over het algemeen wat hoger ligt dan bij de jongeren van tegenwoordig, maar we moeten geen verloren strijd gaan voeren. Het gaat om de kracht van communicatie en niet om taalpurisme. Hoe belangrijk ik taal persoonlijk ook vind, toch heb ik er begrip voor dat het Nederlands iets minder beheerst wordt dan in de hoogdagen van poësis en retorica. Wel moeten we ervoor zorgen dat het geen hellend vlak is dat leidt tot een algemene verarming. De rijkdom en schoonheid van taal is te mooi om te laten verloren gaan. Maar nogmaals, deze tijd biedt ook veel verrijking die er vroeger niet was. Internet zorgt voor een Cambrische explosie van informatie en kennis, via beeld en andere kanalen, niet enkel via geschreven bronnen.”
Maar als we denken in taal en onze taalbeheersing boert achteruit, verzwakt daarmee niet onze innovatiekracht?
“Taal is inderdaad het wonderlijke instrument waarmee we denken. Onder meer met taal onderscheiden we ons van het dierenrijk. Het is niet voor niets dat religies het belang van taal onderstrepen. In het christendom sprak God het eerste woord (‘In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God’). In de islam is de allereerste zin die wordt toegefluisterd aan de profeet Mohammed ‘iqra bismi rabbika’, ‘Lees! In de naam van je Heer’.”
Kan technologie helpen om taal attractiever te maken voor jongeren en ervoor zorgen dat we beter met elkaar communiceren?
“Helaas voor jou, als auteur van dit stuk, schrijft artificiële intelligentie nu al teksten die extreem goed geschreven zijn. Heel veel basiswerk kan worden gedaan door algoritmes, ook op gebied van taal. Het is dan aan de mens, om met zijn vernuft en creativiteit de kers op de taart te zetten. Artificiële intelligentie zal ervoor zorgen dat talent komt bovendrijven. Vanuit het perspectief van talent krijg je over de hele lijn meer kansen dankzij technologie. Nu stellen we de leesvaardigheid van kinderen nog vast met AVI-niveaus – een heel ruwe onderscheiding. Vandaag bestaat er technologie zoals het Zweedse Lexplore, waarmee je exact het individueel taalniveau van elk kind afzonderlijk kan bepalen en verbeteren in plaats van per groep, per leeftijd of per klas. Dat is geen sciencefiction maar een realiteit in een toekomst die al begonnen is.”
“Een ander voorbeeld van hoe technologie en taal elkaar versterken, ditmaal dichter bij huis. Enkele linguïsten van de Universiteit Antwerpen hebben Textgain ontwikkeld. Dat is een softwareprogramma dat met artificiële intelligentie onder andere haatspraak of desinformatie op sociale media kan detecteren. Taal heet de grootste sociale innovatie ooit te zijn, technologie zet er een ongeziene turbo op. Ik ben erg benieuwd waar dit pad ons naartoe leidt.”
Omar Mohout
-
Partner en head of digital bij managementconsultancybedrijf Nova Reperta
-
Professor groeistrategie aan de Antwerp Management School en Solvay Business School in Brussel
-
Bestuurder in verschillende bedrijven en organisaties
-
Voorzitter BeCentral, de grootste digitale campus van Europa
-
Begeleidde en adviseerde Belgische start-ups, scale-ups en groeibedrijven
Taal is Toekomst
Taal gaat Davidsfonds na aan het hart – omwille van haar intrinsieke schoonheid, maar ook omdat het onze cultuurgemeenschap vormt. Nederlands is een kapi-taal voor iedereen die in Vlaanderen leeft. Investeren in taal is investeren in de toekomst. Daartoe wil Davidsfonds bijdragen. In de reeks Taal is Toekomst belicht Het Accent de vele dimensies van het Nederlands.
Samen met de Taalunie en Xpair Communication is Davidsfonds ook de gangmaker van de Taal is Toekomst-trofee, een zoektocht naar originele initiatieven of ideeën rond taal die we extra wind in de zeilen willen geven. Meer op www.taalistoekomst.be.
Benieuwd naar meer Davidsfonds-artikels? Doorblader Het Accent van november 2022 hier gratis!