Toen begin 2008 het huis van oud-burgemeester Gheeraerdts (Vaartstraat) werd ontruimd, trof men een pakket oude brieven aan afkomstig uit de toenmalige Congo-Vrijstaat.
Auteur Dany D'herdt redde ook nog twee vergeelde fotoalbums van de hoofdrolspelers en reconstrueerde het unieke verhaal achter een Aalsters-Congolese droom, dat begint bij de notariszoon Albert Boone die na een Afrika-expeditie als één van de weinige blanke overlevenden, als een held van het Statieplein naar het Landhuis op de Grote Markt werd getroond.
Hij was dé geknipte man voor een grootse Aalsterse droom: de beau monde van de stad had immers een concessie weten te bemachtigen in Congo Vrijstaat! Illustere families die we vandaag nog kennen - de Bethune, De Clippele, De Vis, De Gheest, De Naeyer, Geerinckx, Eeman, Liénart, ... - hoopten massa’s rubber in Leopolds Congo te vinden, en zo op korte tijd fortuin te maken. Met een heuse raderboot, de Alostville, en met aan boord Albert Boone, stoomde men de Congostroom op, op zoek naar rubber.
Op het thuisfront mikten de Aalsterse industriëlen intussen op dubbele winst, en zo verrees aan de Hoge Vesten het rubberverwerkend bedrijf La Centrale Belge – algauw door de Aalstenaars ‘het Katsjoeken’ genoemd – dat tot begin jaren 1950 rubberproducten vervaardigde en generaties Aalstenaars werk verschafte. De Stad bracht er nadien de stadsmagazijnen in onder, en vandaag worden er carnavalswagens gebouwd.