Leesvuur aanwakkeren met de Voorleestoer
Eén dag per jaar is de stad Sint-Niklaas het decor voor de Voorleestoer. Op die dag krijgen alle scholieren uit het tweede jaar secundair onderwijs in Sint-Niklaas de kans om hun favoriete auteur, illustrator, vormgever of striptekenaar van dichtbij te leren kennen. Nina Van Ingelghem en Lieselot Coupé vertellen je maar al te graag wat meer over dit project, dat op 16 mei van wal steekt met de tiende editie.
Tekst: Laura Huygen
ina Van Ingelghem is 21 jaar en studeert journalistiek aan KU Leuven in Antwerpen. Haar middelbare schooltijd bracht ze door op Heilige Familie in Sint-Niklaas. Op haar veertiende nam ze deel aan de tweede editie van de Voorleestoer.
Lieselot Coupé is de nicht van de organisatoren van de Voorleestoer, Wieneke Coupé en An Schatteman. Ze is leerkracht Nederlands op de middelbare school Sint-Carolus in Sint-Niklaas. Ze is al van de partij vanaf de eerste editie van de Voorleestoer.
Hoe zou je de Voorleestoer voorstellen aan mensen die er nog nooit van gehoord hebben?
Lieselot: “De Voorleestoer is een voorleesproject, waarbij alle leerlingen uit het tweede middelbaar in Sint-Niklaas dit jaar één auteur en één illustrator ontmoeten en ondertussen hun eigen stad leren kennen. De leerlingen komen buiten hun klaslokaal en trekken de stad in. Ze komen op plekken waar ze nog nooit zijn geweest en laten zich onderdompelen in de verhalen en vertelsels van de auteurs en illustratoren.”
Nina: “Het concept is steeds hetzelfde gebleven: per school ga je op verschillende, unieke locaties luisteren naar auteurs. De Toer zit zo ineen dat je sowieso langs een auteur en illustrator gaat. Ik vond dat heel plezant toen.”
Lieselot: “Bij de eerste editie namen er 1.400 leerlingen deel, nu zijn dat er meer door het stijgende leerlingenaantal. De organisatie van de Voorleestoer wordt ook groter. Elk jaar komen er dingen bij: samen lunchen met alle leerlingen, nieuwe items op de website… We verfijnen en professionaliseren constant.”
Waar kwam het idee vandaan?
Lieselot: “Het was een droom van mijn tante, An Schatteman, die ik al heel mijn leven ken als een echte jeugdboekenfreak. Zij is daar helemaal door gebeten. Ze kwam op het punt dat ze daar iets mee wilde doen. In de bibliotheek vond ze Catherine Note die de uitdaging ook zag zitten, en vandaaruit is het eigenlijk vertrokken. Ze vonden meteen steun bij de scholengemeenschap. En kort daarna zetten ook de scholen er hun schouders onder.
En waarom is de Voorleestoer enkel voor veertienjarigen?
Lieselot: “Verschillende studies wijzen aan dat jongeren op deze leeftijd afhaken met lezen. In de lagere school houden leerlingen nog van lezen, maar vanaf dat ze boeken voor 12+ in de hand nemen, wordt het moeilijker. Er zijn ook meer afleidingen: de puberteit, hun gsm, ze zijn vooral met elkaar bezig… Met de Voorleestoer willen we het leesvlammetje opnieuw aanwakkeren of aansteken.”
Welke locaties en schrijvers of illustratoren zijn jullie bijgebleven?
Nina: “Wij zijn destijds eerst naar Kristien Dieltiens geweest. Zij stelde haar boek Kelderkind voor. Daarna gingen we naar de cipierskelder. Die locatie herinner ik me nog goed. Mario Demesmaeker stelde er zijn boek Getekend voor. Het was er zo donker, stil en sereen. We hingen met de klas aan zijn lippen. En dan zijn we naar Paul Verrept geweest.”
Lieselot: “Ik was zeker onder de indruk van Joke Van Leeuwen. Dat was heel cool, maar helaas eenmalig. En Paul Verrept, Rob Baetens en Frank Pollet zijn gewoon meestervertellers. Die drie mannen zijn voor mij dé vertellers en enthousiastelingen die leerlingen meesleuren. Vera Van Renterghem en Kristien Dieltiens zijn meer de mamaatjes. Hun verhalen zijn als een warm dekentje waarmee ze je toedekken. Dat zijn voor mij vijf grote namen die ook elk jaar met plezier en veel goesting terugkomen. En qua locaties denk ik aan de zolder van het stadhuis. Die was stoffig en zelfs wat rommelig, maar dat is echt zo’n plek waar je nooit zou komen. Of de kluizen van een oude bank in de kelder, dat was supertof. Heel fijn is ook de patio bij het asielcentrum hier in Sint-Niklaas, of het zaaltje in het psychiatrisch ziekenhuis. Of ze gaan op café en krijgen een drankje aangeboden. Er hangt hoe dan ook een gezellige sfeer in de stad, wanneer je de andere scholen ziet passeren en weet dat zij ook op Voorleestoer zijn.”
Welke impact heeft de Voorleestoer?
Nina: “Het verrassende is dat je eens in een totaal andere setting zit. Wij waren geen klas die makkelijk te enthousiasmeren is. Ik was zelf ook geen grote lezer, ik deed het enkel af en toe voor school. Daarom was het zo tof om te zien hoe die schrijvers met hun uitleg iedereen wisten aan te spreken. Wij wilden echt het einde van die boeken kennen. Ik hoorde zelfs dat sommige klasgenoten de boeken achteraf kochten. Elk verhaal werd mooi opgebouwd en verteld. Ik weet nog dat Kristien Dieltiens een hele scène uit de doeken deed, zodat je je dat echt kon inbeelden. En er was ook veel interactie met ons. Want dikwijls zit je bij een auteurslezing op een stoeltje te luisteren, maar bij Paul Verrept mochten we een stukje van zijn boek in dialoog voorlezen. Die andere aanpak maakte indruk. Het bewijs: het is al zo lang geleden voor mij en ik weet dat allemaal nog.” (lacht)
Lieselot: “Ik verkies meestal korte boekenopdrachten, want mijn leerlingen zitten in het technisch onderwijs. Hen een volledig boek laten lezen en er daarna een lange boekbespreking over maken, dat werkt niet. Maar bij de Voorleestoer zien de leerlingen de auteurs in levende lijve en maken ze kennis met hen. Ik merk achteraf dat leerlingen vaak op zoek gaan naar boeken van een Voorleestoerauteur voor een boekenopdracht. In de bib zien ze dat ook: de uitleencijfers van Voorleestoerauteurs gaan de hoogte in na de toer, tot aan de zomer. Dat is fijn om te zien.”
“Daarbij hebben we met de onderwijshervormingen op onze school een uur minder Nederlands, en in verhouding moeten we meer grammatica verwerken dan voordien. Dan sneuvelen vaak de lessen genietend lezen en poëzie. Dat is hartbrekend. Wij pompen voorzetselvoorwerpen in leerlingen, terwijl ze er meer baat bij hebben om een goed boek te lezen dat hun wereld verruimt. Dat is voor hen belangrijk en daar hebben wij te weinig tijd voor. En met de Voorleestoer dompelen we hen wekenlang onder in de wereld van de jeugdboeken. Voor onze leerlingen is het van levensbelang.”
Nina: “Ik denk dat het sowieso goed is om leerlingen eens op hun fantasie te laten afgaan in plaats van op beelden. Toen ik zo jong was, was sociale media nog niet zo groot. Ik had geen Facebook of smartphone en was daar niet mee bezig, maar kinderen vandaag zeker wel. Het is goed dat ze iets eens niet voorgeschoteld krijgen. Want als je een boek leest, heb je fantasie nodig om zelf die setting te vormen in je hoofd. Ik denk dat dat vandaag nog nuttiger is dan toen.”
“Sinds de Voorleestoer haal ik wel meer plezier uit lezen. Ik begon er anders over na te denken, dat gaf me een boost. En ik herinner me dat we het er met vriendinnen over hadden, en over toffe voorbeelden van boeken. Ik ben nu nog steeds niet de grootste lezer, maar het heeft wel een indruk nagelaten.”
Nog enkele laatste woorden?
Nina: “Ik hoop dat het nog lang blijft doorgaan, met nieuwe, onbekende locaties. Dat is wel belangrijk.” (lacht)
Lieselot: “Ik kan niet genoeg benadrukken hoeveel bewondering ik heb voor de organisatoren. Da’s echt geweldig. Wij mogen in de scholen vree in ons pollekes wrijven, want dat we dit zo mogen meemaken is een geschenk uit de hemel.” (lacht)
Meer info over de Voorleestoer vind je op de website www.voorleestoer.be
Ken jij nog een ander tof initiatief dat werkt rond taal met een maatschappelijke impact? Nomineer het hier voor de Taal is Toekomst-trofee!