Leeskringen in de kijker: Latem-Deurle & Glabbeek
Fervente lezers, opgelet! Leer je graag nieuwe schrijvers of boeken kennen? Praat je graag met anderen over wat je gelezen hebt? Ben je wel te vinden voor een lekker hapje en drankje? En uiteraard lees je graag en veel … Misschien is een leeskring dan iets voor jou! Want leesplezier, dat beleef je samen. Een hele maand zetten we de leeskringen in de kijker, want Davidsfonds heeft er een 70-tal, verspreid over heel Vlaanderen en Brussel. Weet je niet goed wat je kan verwachten? Vijf leeskringen vertellen je over hun reilen en zeilen in drie verschillende blogberichten.
Tekst: Laura Huygen
Leeskring Latem-Deurle: iedereen welkom!
Magda Van Haecht is niet enkel de begeleidster van de leeskring in Latem-Deurle, ze heeft deze zelf opgericht. Dat gebeurde in 1998, vlak nadat ze een opleiding voor leesgroepbegeleiders volgde. Een leeskring met geschiedenis.
Hoe ben je ooit begonnen met de leeskring?
“We zijn al jaren lid van Davidsfonds, mijn man en ik. Tijdens een fietstocht eind jaren ’90, georganiseerd door de lokale afdeling, raakte ik aan de praat met een andere deelneemster. Zij bleek lid te zijn van een leesgroep. Ik vond dat concept zo interessant dat ik mij vol enthousiasme inschreef voor de vormingsdagen in Drongen. Ik sprak ter plekke een aantal mensen aan, en zo zijn we er eigenlijk samen aan begonnen.”
En werkte jouw enthousiasme aanstekelijk? Zijn er veel deelnemers van de leeskring?
“Eigenlijk wel. Via mond-aan-mond reclame waren er steeds meer kandidaten die lid wilden worden van de leeskring. Werken met zo’n grote groep is echter niet doenbaar, dus ben ik overgegaan tot het splitsen van groepen. Zo bleven de groepjes werkbaar en hoefde ik de leeslustigen niet teleur te stellen. Daardoor werken we in onze afdeling nu met drie leesgroepen. Die bestaan vooral uit vrouwelijke leden: in twee groepen zit er één man. Laat je daar vooral niet door afschrikken: iedereen is van harte welkom. De drie groepen lezen trouwens hetzelfde boek, want het is iets te veel werk voor mij om telkens andere voorbereidingen te maken. Steeds opnieuw verbaas ik me erover hoe verschillend de bespreking van het boek per groep kan zijn.”
Wat voor boeken lezen jullie zoal?
“Momenteel lezen we het boek van Connie Palmen, Jij zegt het: de fictieve autobiografie van Ted Hughes, dichter en echtgenoot van Sylvia Plath. Ik volg nog steeds het schema van bij het begin. Dat wil zeggen: we lezen afwisselend werk van een Vlaamse auteur, een vertaald werk, van een Nederlandse auteur en terug een vertaald werk, tot we aan zes romans per jaar zitten. Kwestie van auteurs uit ons eigen taalgebied voldoende aan bod te laten komen. In de beginperiode deden de leden zelf voorstellen, maar daar was niet iedereen zo gelukkig mee, dus bepaal ik nu zelf welk boek we wanneer lezen. Daarbij probeer ik me voldoende te informeren over wat er reilt en zeilt in de boekenwereld. En ik kies altijd een boek dat ik zelf al gelezen heb.”
Wat doen jullie tijdens de besprekingen van de boeken?
“Dan bespreken we de verschillende elementen die ons opvielen tijdens het lezen. Het is alleszins niet zo dat ik steeds aan het woord ben. Lezers brengen zelf hun mening naar voren, wat vaak zorgt voor een boeiende discussie. Ik heb het geluk dat ik te maken heb met mensen die naar elkaar kunnen luisteren, zodat niemand het gevoel krijgt nooit aan bod te komen.”
Wat houdt jou al zo lang zo enthousiast?
“Ik denk dat daar een aantal factoren een rol spelen. Eerst en vooral is er mijn eigen passie voor literatuur. Ik heb altijd graag gelezen en hou ook de recensies over boeken zoveel mogelijk bij. Maar lezen is een eenzame bezigheid. Het kan daarom echt deugd doen om over je leeservaring te praten met iemand die hetzelfde boek gelezen heeft. Dus dat is de tweede reden: ik deel graag mijn leeservaringen met anderen. Daarbij is er de appreciatie en de dankbaarheid van de leden uit de drie groepen. Ze zeggen mij vaak: ‘Dat boek zou ik nooit zelf gekozen hebben, maar ik ben blij dat ik het gelezen heb’. Het geeft zoveel voldoening als ik merk dat de leden zich verrijkt voelen, gewoon door naar de samenkomsten te komen.”
“Het is trouwens ook voor mezelf een verrijking om de reacties van de leden te horen en daarover te kunnen discussiëren. Een bespreking in de ene groep kan een totaal ander resultaat opleveren dan in de andere, en dat maakt het interessant. En tenslotte bouw je toch een soort vriendenkring op. Mensen die elkaar anders minder of helemaal niet kenden komen samen en nu zijn ze goede vrienden. Samengevat, ik vind het boeiend om met mensen te werken en om zoveel meningen en visies met anderen te delen. En daarom raad ik iedereen ook aan om eens binnen te stappen in een leeskring.”
Leeskring Glabbeek: gezelligheid ten top
De leeskring van Glabbeek is een gezellige boel. Aan vragenlijsten of verslagen doen ze niet mee, want voor hen is het belangrijkste dat ze kunnen samenkomen met gelijkgestemden voor een hapje, een drankje en uiteraard een boekje. Maak kennis met drie bezielde leden: Bea Heeren, Louis Bruyninckx en Danny Pieraets.
Bea: “De leeskring is er gekomen omdat wij graag over boeken praten, en je er samenkomt met mensen die graag over boeken praten.”
Danny: “In september zitten we voor de eerste keer samen, om na te denken. Wie gaat er allemaal komen, rond welke auteur of welk thema gaan we werken? Alle insteken zijn mogelijk. Meestal hebben een aantal mensen ook wel al ideetjes meegebracht, en zo groeit de concensus: we doen het zo. Maar niks ligt op voorhand vast, niks moet, alles kan en alles mag.”
Louis: “Er ligt één ding op voorhand vast, en dat is het boek dat we tegen september gaan lezen. Dat is meestal een dun boekje, en daarna zijn we vertrokken.”
Danny: “Zo’n dun boekje kan erg inspirerend zijn. Je hebt dat op een-twee-drie uit en je kan er meteen een hele tijd mee verder, over het onderwerp alleen al. Dat dunne boekje is de start, maar evengoed een aanzet om verder na te denken, om een eerste gesprek te starten en een eerste keuze te maken. Verder komen we samen in oktober, november, december, januari en in februari sluiten we af. Er is dus een grote periode dat we niet samenkomen.”
Louis: “We lezen dan nog wel, maar komen niet meer formeel samen. In de zomerperiode is het ook moeilijker om mensen samen te krijgen.”
Danny: “Maar het allerbelangrijkste voor ons is dat we samenkomen, met gelijkgestemden, en dat we iets kunnen drinken en babbelen. Dat samenbrengen, verenigen, dat is belangrijk.”
Bea: “De diverse insteken ook telkens. Je leert auteurs kennen waarvan iemand anders zegt dat ze goed zijn. Op die manier leer je gemakkelijk andere auteurs kennen.”
Louis: “Ja, er zijn boeken die ik gelezen heb, die ik zonder de leeskring nooit gelezen zou hebben.”
Danny: “En voor mij is het de druk om toch te lezen. Ik lees veel, maar te weinig literatuur. Maar ik wordt dan meegezogen in de leeskring door Bea en mijn echtgenote. Dat is ook belangrijk, dat je goede trekkers hebt vooraan die de hele boel meepakken.”
Louis: “We hebben een vaste kern. Iedereen mag wel komen, maar we houden het graag beperkt tot maximum 10 personen. Anders is dat onoverzichtelijk en lukt het niet.”
Bea: “Soms sluiten we af met een film. De verfilming van een boek of een film in het thema van het boek.”
Danny: “Het zou kunnen dat wij een atypische leeskring zijn in vergelijking met meer gestructureerde leeskringen, maar deze heeft een hart.”
Louis: “Wat niet wil zeggen dat we altijd onderling akkoord zijn. Er is altijd wel discussie, maar over het boek en de ideeën errond. Gelukkig maar dat er controversen zijn, dat niet iedereen akkoord is met de insteek. Dat is altijd tof. En ik vind je er veel van bijleert.”
Bea: “Met corona heeft het stilgelegen, en toen was de eerste vraag: kunnen we het online doen? Maar dat is toch niet hetzelfde. Al hebben we wel volgehouden. Deels via videocalls, deels via mail, en we zijn toch ook fysiek samengekomen, later dan gewoonlijk en coronaveilig, om naar behoren af te sluiten. Er zijn altijd een aantal die hards, die ondanks corona zijn blijven volharden.”
Danny: “De verbondenheid is sterker dan corona. Zelfs als je een keer niet kan komen, daar wordt niets over gezegd. Als je een keer niet komt, is dat niet erg. Als je twee keer niet komt, is dat ook niet erg. En als je de derde keer wel komt, dan verwelkomen we je even hartelijk alsof je alle dagen gekomen bent.”
Bea: “En hopen dat we in september terug normaal kunnen starten.”
Danny: “Onze tafel is niet te klein, niet te groot, net groot genoeg, op dit moment. We zoeken niet dringend naar nieuwe lezers, maar we willen wel graag nieuwe mensen aantrekken, met nieuwe ideeën, nieuwe inzichten, wat nieuwe dynamiek geeft aan de groep.”
Louis: “Wij maken geen verslagen, gewoon omdat nog niemand gezegd heeft: ik zal dat doen. Ik vind, maar dat is mijn idee, dat je een leeskring toch wat informeel moet houden, zonder verslagen. Het plezierige is toch het lezen? Tot nu toe zagen wij daar geen meerwaarde in.”
Danny: “Als je een boek gelezen hebt, dan moet je daar spontaan over kunnen babbelen. De ene heeft de tijd in het oog gehouden, de andere de personages, en weer iemand anders kijkt naar vorm of stijl. Dat zal wel aan bod komen, maar we puren dat niet uit. Dat schoolse willen we er niet in brengen. Het moet vooral plezant blijven.”
Louis: “We hebben een paar keer een auteur georganiseerd. Dat is tot hiertoe altijd goed meegevallen.”
Bea: “Vroeger stopten we in januari, met Toast Literair. Toen lazen we ook voor uit wat we zelf gelezen hadden.”
Danny: “En we gaan soms zelfs op uitstap naar aanleiding van een boek. Maar gestructureerd is dat niet. Dat zijn dingen die spontaan groeien. Naargelang het enthousiasme rond iets groeit, groeien er ook andere ideeën en initiatieven.”
Benieuwd naar andere leeskringen? Hou dan de blog in de gaten, want nog vier andere leeskringen vertellen je graag over hun reilen en zeilen. Wil je weten of er een leeskring in jouw buurt is, kijk dan zeker eens hier.