Middeleeuwse miniaturen maken: voor jou getest
De middeleeuwen. Er bestaan veel vooroordelen over, maar wat betreft boeken en manuscripten vormde die ‘duistere periode’ toch een lichtpuntje in de geschiedenis. De middeleeuwen brachten vele (on)ontdekte schatten voort, zoals… miniaturen! Onze collega Laura ging naar het KBR museum in Brussel en ontdekte er alles over.
Tekst: Laura Huygen
Kosten noch moeite
Miniaturen zijn prenten die de middeleeuwers maakten om manuscripten en teksten op te fleuren. Het woord miniatuur komt van het Latijnse ‘miniare’, wat ‘schrijven met minium’ betekent. Minium was een rood loodoxide dat gebruikt werd om hoofdletters te kleuren in vroege handschriften. Niet echt gezond om mee te werken, maar dat wisten ze toen nog niet. Oorspronkelijk heeft een ‘miniatuur’ dus niets te maken met iets kleins. Ze komen voor in alle vormen en formaten, van piepklein tot vrij groot, van initialen tot hele prenten. Vaak werden felle kleuren gebruikt, zoals koningsblauw, zonnegeel, grasgroen of helrood. Begrijpelijk, want het dagelijkse leven was soms grijs genoeg. Om die kleuren te maken, gebruikte men pigmenten. Dat is een niet in water oplosbaar poeder dat uit bijvoorbeeld mineralen gehaald werd. De pigmenten kwamen vaak van heinde en verre. Een kostelijke zaak dus. Geen wonder dat kleur zorgde dat het boek in kwestie meer waard werd.
Een job als geen ander
Wist je dat het maken van miniaturen een heel beroep op zich was? Eerst werd de tekst neergeschreven, door ijverige monniken bijvoorbeeld. Zij lieten witruimtes open waar de miniaturen neergepoot konden worden. De manuscripten gingen dan naar een professionele miniaturist die de witruimtes invulde met prachtig verluchte initialen en andere illustraties. De miniaturist tekende eerst een schets, waar hij dan hier en daar een soort van lichte was over deed. Vervolgens bracht hij bladgoud aan op de tekening, kleurde die verder in en tenslotte zorgde hij voor reliëf en zwarte omlijning. Niet voor mensen zonder geduld!
Doe het zelf
In het KBR museum kan je je eigen miniatuur maken, zij het een beetje simpeler. Boek je ticketje voor het museum en leer er alles over handschriften. Achteraf kan je dan een leuke en leerzame workshop meepikken, om te leren schrijven met een ganzenveer of om te schilderen met pigmenten.
Échte miniaturen
Ik ging erheen en probeerde het schilderen uit. Op het einde van de tentoonstelling passeer je langs het atelier: dat is waar de magie tot leven komt. Ik werd er meteen hartelijk welkom geheten door Wouter, specialist van dienst. Een hele reeks tafeltjes stonden klaar om van start te gaan, maar eerst kreeg ik een woordje uitleg, over miniaturen en hoe ze gemaakt werden. Dan was het tijd voor actie. Ik koos een kaartje uit waar enkel de lijnen van een miniatuur op staan en dat ik dus zou gaan inkleuren met pigmenten. Ik koos de dame met de draken uit. Leuk om te weten: die kaartjes zijn kopieën van écht bestaande middeleeuwse miniaturen! Bovendien kan je ze ook als postkaart gebruiken.
Aan de slag
Vervolgens koos ik pigmenten (dus gekleurd poeder) uit die ik wilde gebruiken om mijn kaartje in te kleuren. Ik ging voor blauw, geel, rood en bruin. Dat poeder deed ik op een paletje, waarna Wouter er een beetje Arabische gom met water bij deed als bindmiddel – want met poeder alleen kan je niet schilderen. Dat bindmiddel was vroeger ook nodig, anders bleef de kleur niet aan het perkament hangen. Voor elk kleurtje kreeg ik een apart penseeltje, want als je kleuren begint te mengen krijg je alleen maar vies bruin. Nadat ik het poeder en de vloeistof goed gemengd had, kon ik aan de slag. Het voelde een beetje aan als werken met waterverf. Ik vind het altijd heerlijk rustgevend om creatief aan de slag te gaan, dus toen ik klaar was, koos ik een nieuw kaartje uit, eentje met een gekke koe. Over één prentje deed ik zo’n twintig minuutjes, dus echt een leuke afsluiter van het museum. Als je vragen hebt: Wouter staat meteen voor je klaar met de antwoorden. Geschikt voor oud en jong: samen met mij waren er nog een oudere dame, twee tieners en een kindje aan het schilderen. Ze zijn allemaal voor een tweede prentje gegaan, dat zegt genoeg.
Van zodra je werkje(s) droog zijn, mag je ze mee naar huis nemen. Eén tip: doordat de pigmenten uit poeder bestaan, blijven er wat korreltjes aan je kaartje hangen die veel kleur afgeven als je er bijvoorbeeld met je hand over wrijft. Dat kan je oplossen door er wat fixeermiddel over te spuiten. Heb je dat niet in huis? Geen nood, producten als haarlak werken ook prima!
Praktisch
Wil jij ook aan de slag met pigmenten? Of leer je liever schrijven met een ganzenveer? Neem dan een kijkje op de website van KBR om te zien wanneer de volgende workshops georganiseerd worden. Koop je ticket voor die dag, bezoek het museum en dan kan je na afloop (vanaf 14u) terecht in het atelier voor je workshop.
Meer weten over het museum? Bekijk dan de website https://www.kbr.be/nl/museum/. Of lees het blogbericht van collega Marjolein die vertelt hoe zij de tentoonstelling ervaren had: https://cultuurenco.blog/2020/09/30/voor-jou-gezien-de-librije-van-de-hertogen-van-bourgondie-in-kbr/.
Met je Davidsfonds Cultuurkaart betaal je slechts € 8 inkom i.p.v. het standaardtarief van € 11.
Online reserveren is aangeraden in het licht van de coronamaatregelen.
Het museum is makkelijk bereikbaar met de trein en toegankelijk voor rolstoelgebruikers.