Voor jou gezien: ‘Keith Haring’ in BOZAR
Wie Keith Haring zegt, zegt stralende baby’s en blaffende honden. Maar zijn werk is veel meer dan dat: zijn schilderijen en tekeningen zijn vaak activistisch en politiek geladen. Ook vandaag is zijn oeuvre nog even relevant als toen het werd gemaakt. Dat ontdek je tot 19 april 2020 in BOZAR in de expo Keith Haring. Wij gingen ‘m al voor je zien!
Tekst: Lotte De Snijder
Keith Haring, een unieke persoonlijkheid in de New Yorkse kunstscene van de jaren ’80, speelde met zijn herkenbare stijl een belangrijke rol in de tegencultuur. Met zijn kunst wilde hij een zo breed mogelijk publiek bereiken – ‘Art is for everybody’ – en maatschappelijke kwesties onder de aandacht brengen. Daar zoomt de tentoonstelling in BOZAR dan ook op in, net als op het performatieve karakter van Harings kunst.
De expo neemt je langs verschillende zalen mee naar de jaren ’80: meer dan 85 tekeningen en schilderijen van Keith Haring, murals, zeldzame archiefdocumenten, video’s, foto’s en collages maken de energie en sfeer van die tijd tastbaar.
Zo begint de tentoonstelling in 1976, wanneer Haring begint aan een opleiding grafische kunst in Pittsburgh. Na twee semesters geeft hij er de brui aan, maar hij blijft wel creatief bezig. Hij wordt geïnspireerd door het expressionisme van o.a. Pierre Alechinsky en Fernand Léger, maar ook zijn kindertijd en Disney vormen een belangrijke inspiratiebron.
In 1978 verhuist Haring naar het bruisende New York voor zijn studies aan de School of Visual Arts. Hij komt terecht in East Village, een wijk met een mengelmoes van culturen, maar ook een erg rijke omgeving om zich te ontwikkelen: hij komt er o.a. in contact met performance art en graffiti. Zo werkt hij samen met verschillende graffitikunstenaars en schildert op dekzeilen in felgekleurd vinyl. Een canvasdoek vond hij namelijk te duur en te elitair. Bovendien had een dekzeil een link met de straat: hij zag dat arbeiders zulke zeilen gebruikten als bescherming voor hun werktuigen.
In die periode maakt Haring ook verschillende video’s waarop je hem aan het werk ziet, en die je ook tijdens de expo kunt bezichtigen. Dat is interessant om te zien, want Keith Haring bereidde zijn werken nooit voor: er is geen schets of plan waar hij zich aan houdt, maar alles zit in zijn hoofd.
Visueel activisme
Het volgende hoofdstuk, Visual activism, begint bij een 3 meter hoog werk dat de aandacht naar zich toetrekt. Daarin bekritiseert hij apartheid, racisme en het gebruik van het geloof op een negatieve manier. Rond dat werk hangen nog andere tekeningen en schilderijen waarin Haring zijn maatschappelijke bewustzijn tot uiting brengt: antinucleaire boodschappen wisselen af met antikapitalistische passages. Indrukwekkend om te zien.
De wereld als canvas
Keith Haring tekende overal. Dat wordt snel duidelijk in Art in Transit. Haring wilde kunst maken in de publieke ruimte, die tonen aan iedereen en met een breed publiek in interactie treden. Net zoals graffitikunstenaars, maar hij wilde hen niet imiteren. Zo begint hij rond 1978 met zijn metrotekeningen: de zwarte papieren die oude reclame bedekten, zijn voor hem een ondergrond om zich uit te drukken. Met wit schoolkrijt maakt hij duizenden subway drawings. In 1985 houdt hij ermee op, want zijn werken worden door iedereen meegenomen. En dat wil hij niet: zijn kunst moet voor iedereen toegankelijk blijven.
Popart & Pop Shop
Na een passage door Club 57, een partyclub annex kunstruimte waaraan hij bijdroeg, beland je in de zaal Pop Art Life. Dé blikvanger van die zaal is het meterslange The Matrix (1983). Haring maakte het werk live tijdens een performance in Wadsworth Atheneum of Art in Hatford, Connecticut. Je kunt het zien als een samenvatting van alle tekens die hij in zijn carrière gebruikte: symbolen van zijn tijd zoals computers en boomboxes wisselen elkaar af met elementen uit de oudheid: hiërogliefen, piramides, slangen en kruisen.
Je ziet er ook t-shirts en andere merchandising die Haring verkocht in zijn Pop Shop die hij in 1986 opent. Zo heeft iedereen toegang tot een stukje van zijn werk en kan hij, na zijn subway drawings, opnieuw in interactie treden met het publiek. Op die manier bereiken zijn politieke boodschappen ook heel wat jongeren.
Act up for Life
Na een zaal vol knappe tekeningen die doen denken aan cartoons en stripverhalen, krijgt Harings activisme een nieuwe en persoonlijke dimensie. In de jaren ’80 was homofobie in Amerika een wijdverbreid fenomeen, en de aidsepidemie had impact op Harings vrienden- en kennissenkring. In die context vecht Haring voor gelijke rechten met gay pride– en safe sex-schilderijen. Dat doet hij samen met ACT UP, een organisatie die op een vreedzame manier aandacht vraagt voor medicijnen en voorlichting.
Zo zie je de roze driehoek – symbool van de LGBTQI+-beweging van toen – in zijn werken, en opschriften zoals ‘Ignorance = fear’ en ‘Silence = Death’ op een poster van ACT UP. Zo stellen de organisatie en Haring het doodzwijgen van aids aan de kaak en roepen ze op om deel te nemen aan protestacties.
In dezelfde zaal zie je werken die hij op het einde van zijn leven schilderde. In 1988 blijkt dat hij seropositief is. Zijn vrees en woede over zijn toestand leveren grote schilderijen op met schrikwekkende beelden. In 1990 sterft Keith Haring op 31-jarige leeftijd aan de complicaties van aids.
Even verder bewonder je nog twee imposante – en misschien wel de knapste – werken van Haring, die zelfs doen denken aan prenten van Bosch en De zeven hoofdzonden van Bruegel.
Black light room
De expo is jammer genoeg bijna ten einde, maar eerst wandel je nog door een laatste hoogtepunt: een kamer met blacklights. Die kamer bootst een van Harings tentoonstellingen in een galerie na. Zelfs in een galerie blijft Haring erover waken dat zijn werk voor een breed publiek toegankelijk blijft, en maakt hij van de kelder van de galerie een club die de sfeer van de New Yorkse clubscene ademt. Hij toont er werken geschilderd met fluorescerende verf in uv-licht en laat er een dj hiphopmuziek draaien. Het is leuk om zelf door de kamer te wandelen, de sfeer op te snuiven en op te lichten als je heldere kleuren draagt. Een toffe afsluiter van een toffe en boeiende expo. Een aanrader!
Wil je de expo zelf bezoeken? Dat kan nog tot 19 april 2020 in BOZAR. Met je Davidsfonds Cultuurkaart geniet je van 2 euro korting voor de expo’s georganiseerd door BOZAR.