Expert vertelt: Roemrijk Roemenië
Roemrijk is misschien niet het eerste woord dat je associeert met Roemenië. Daar brengt Europalia Roemenië, het grote cultuurfestival dat telkens één land in de kijker zet, dit najaar verandering in. Een van de vele expo’s die op het programma staan, is Dacia Felix. Het roemrijke verleden van Roemenië in het Gallo-Romeins Museum in Tongeren. Bij die expo organiseren we een dagevenement én een cultuurreis naar het land. Hoog tijd voor een spoedcursus over de antieke geschiedenis van Roemenië.
Tekst: Lotte De Snijder
Om onze kennis over de oudheid in Roemenië bij te spijkeren, leggen we ons oor te luisteren bij Stéphanie Derwael, wetenschappelijk medewerker in het Gallo-Romeins Museum en spreker op het dagevenement van Davidsfonds Academie. Als doctor in de kunstgeschiedenis en archeologie maakt ze deel uit van het team dat de expo over de oudheid in Roemenië samenstelt.
Vanwaar komt de titel van de expo: Dacia Felix?
“Dacia Felix staat op Romeinse munten uit de derde eeuw na Christus. ‘Dacia’ is de naam van een Romeinse provincie, genoemd naar de Daciërs, het volk dat de Romeinen in 106 na Christus hebben overwonnen in het gebied dat nu in Roemenië ligt. ‘Felix’ betekent ‘gelukkig, welvarend’ en daarmee wilden de Romeinen aangeven dat er in Dacia en de rest van het Romeinse Rijk weer vrede heerste nadat ze een aanval van de Goten hadden afgeslagen.”
Waarom is Dacia zo belangrijk voor de Romeinen?
“Dacia is een symbolische provincie: het is het perfecte voorbeeld van een gevaarlijk gebied dat de Romeinen na hevige weerstand konden inlijven. Dacia is ook strategisch erg belangrijk: het ligt aan de Donau en niet ver van de Zwarte Zee, het bevat vruchtbare gronden en veel grondstoffen. Van oudsher is de regio een kruispunt tussen Oost en West en dus een toegangspoort voor handel met het Oosten. Lang voor de Romeinen proberen verschillende volkeren controle uit te oefenen op de regio en komen zo met elkaar in contact. In de expo laten we zien dat de Roemeense oudheid een goed voorbeeld is van de uitwisseling tussen verschillende volkeren.”
Welke volkeren uit de oudheid komen in de expo aan bod?
“We starten bij de Romeinen, waar de meeste mensen wel mee vertrouwd zijn omdat we hen uit onze eigen geschiedenis kennen. Daarna keren we stap voor stap terug in de tijd en hebben we het over de Daciërs, de Geten, de Grieken, de Scythen en de Kelten. Op het dagevenement van Davidsfonds Academie zal mijn collega Linda Bogaert het over de Kelten hebben. Ik focus vooral op de Griekse kolonisatie, terwijl mijn collega Bart Demarsin het over de Romeinse annexatie heeft. Dat zijn namelijk twee heel verschillende vormen van verovering.”
Op welke manier verschilt de Griekse verovering van de Romeinse?
“De Romeinen breiden hun rijk uit met militaire macht en creëren provincies die volledig onder hun controle staan. De Grieken pakken het helemaal anders aan. De Griekse cultuur vormt wel een eenheid, maar die wordt gedeeld door diverse zelfstandige regio’s en steden. Die stichten ook heel wat kolonies. Zo is het de Griekse stad Milete, in het huidige Turkije, die aan de Zwarte Zee kolonies sticht. De Grieken die er gaan wonen, wisselen producten en kennis uit met de inheemse bevolking. Er zijn zeker conflicten, maar er is ook veel samenwerking.”
Hoe werken de Grieken samen met de inheemse bevolking?
“Grieken zijn echte handelaars en zoeken zo veel mogelijk afzetgebieden voor hun producten, zoals wijn. Daarnaast zijn ze ook ambachtslui die uitblinken in hun vak en dus maken ze veel objecten voor andere volkeren. De Grieken zijn commercieel ingesteld en stemmen hun stijl af op de smaak van hun klanten. Dat zie je goed aan verschillende objecten die we in de expo tonen.”
Welke objecten kunnen we in de expo zien?
“Van de zes volkeren die in de expo aan bod komen, tonen we objecten die iets vertellen over hun cultuur – over religie, politiek en economie, maar ook over vrije tijd en mode. Uiteraard zitten daar een aantal topstukken in goud en zilver bij. Andere objecten zien er misschien minder spectaculair uit, maar vertellen toch een bijzonder verhaal.”
Stéphanie Derwael vertelt graag het verhaal achter zes stukken uit de expo.
- Griekse gijzelaars
“De Griekse kolonisten aan de Zwarte Zee vestigen zich op commerciële en strategische plaatsen. Dat leidt tot conflicten met buurvolkeren, met name de Geten. Soms vallen de Griekse kolonies onder Getische controle en worden ze protectoraten: de Grieken geven gijzelaars en een jaarlijkse geldsom aan de Geten, die in ruil de kolonies beschermen. Die gijzelaars zijn geen slaven, maar Grieken die deel uitmaken van de elite en die bij de Geten moeten gaan leven om hun vertrouwen te winnen en de vrede te handhaven. Op deze steen zie je de namen van drie burgers van de Griekse kolonie Istros. Die overtuigden de Getische koning Zalmodegikos om de zestig gijzelaars van Istros te laten terugkeren en om Istros vrij te stellen van de jaarlijkse geldsom.”
- Rituele hoorn van de Geten
“De Geten, een van de inheemse volkeren van Roemenië, kennen hun bloeiperiode van de vijfde tot de derde eeuw voor Christus in het gebied rond de benedenloop van de Donau, in het noorden van het huidige Bulgarije en in Roemenië. De rituele hoorn van de Geten, die op de affiche van de expo staat, werd waarschijnlijk gemaakt door Getische ambachtslui, maar is beïnvloed door de kunst van Grieken en Perzen. De stijl van de stier is Perzisch, terwijl de menselijke figuren eerder Grieks zijn. De rhyton, zoals zo’n hoorn ook wel genoemd wordt, werd gebruikt tijdens ceremonies om druppels water of wijn op de grond of op een altaar te gieten.”
- Ring van een Scytische koning
“De Scythen in Roemenië situeren we in de zesde tot de derde eeuw voor Christus. Ze zijn een nomadenvolk uit de steppe en komen vanuit het oosten naar Roemenië, waar ze in contact komen met de Grieken, die objecten voor hen maken. In de expo zie je bijvoorbeeld een ring van een Scythische koning met een Griekse inscriptie. Het is een topstuk dat gemaakt is door Griekse ambachtslui. Dat merken we aan de stijl en de Griekse inscriptie met de naam van de koning: Skyles. Skyles controleerde de Griekse kolonie Istros, waar de ring is gevonden. Hij had een Scytische vader en een Griekse moeder. Hij was dol op de Griekse cultuur en leefde in feite als een Griek, waardoor hij bij zijn volk uit de gratie viel en werd vermoord door zijn eigen broer.”
- Scythisch zwaard en Scythische grafsteen
“Dit is een akinakes, het typische zwaard van de Scythen, in zijn schede. Misschien werd het door een Griek gemaakt, maar dat weten we niet zeker. Het zwaard illustreert alleszins het belang van dieren voor de Scythen: hun objecten staan vol met gestileerde dieren van de steppe, die hun kracht doorgeven aan de gebruikers van de objecten. Deze akinakes werd niet gebruikt, maar is een namaakexemplaar dat speciaal werd gemaakt voor de grafsteen van een Scythische krijger. Als nomaden hebben de Scythen geen vaste verblijfplaats, maar ze zijn wel verbonden aan een gebied. De grafstenen staan op een grafheuvel en markeren een territorium. We tonen zo’n grafsteen in de tentoonstelling en die steen is echt wel speciaal, want het is een van de eerste menselijke figuren in de Scythische kunst.”
- Romeins tablet
“Dit Romeinse tablet toont goed aan wat romanisering precies inhoudt: lokale elementen uit het hele rijk zijn gecombineerd met typisch Romeinse elementen. Op het tablet zie je een mix van goden en rituelen. Bovenaan staat de typisch Romeinse god Sol Invictus. Onderaan, een godin met twee ruiters, die naar een oude Dacische cultus kan verwijzen. Het is een uitzondering, want de meeste culten van de Daciërs mogen van de Romeinen niet blijven bestaan. De Dacische religie was nauw verbonden met de politieke macht en vormde dus een grote bedreiging voor de Romeinen. Veel Daciërs werden gedood of verbannen en hun goden werden niet meer vereerd. De Dacische ruiters herinneren de Romeinen misschien aan hun eigen Dioscuren, tweelingruiters die het Romeinse leger beschermen. Onderaan staat een initiatieritueel van twee jonge mannen afgebeeld. Sommige elementen, zoals de man met een masker van een ram, komen uit oostelijke gebieden die allang tot het rijk behoren.”
- Dacische armband in goud
“De Daciërs situeren we vanaf de tweede eeuw voor Christus tot de Romeinse verovering in 106 na Christus. Net als de Geten zijn ze een inheems volk. Ze zijn ook verwant met de Geten, wat je ziet in de symbolen die terugkeren, zoals de ruiter. Deze gouden armbanden zijn topstukken: ze wegen een kilo per stuk en komen uit een belangrijk religieus en politiek centrum. Ze zijn een statussymbool en werden gebruikt tijdens rituelen om de macht van een hogepriester of koning te tonen. Later werden er in andere plaatsen van het koninkrijk kopieën in zilver gemaakt – die hadden minder waarde, maar waren nog altijd statussymbolen.”
Zijn er veel objecten bewaard gebleven?
“We hadden ontzettend veel keuze, dus de selectie was absoluut niet gemakkelijk. We deden maanden onderzoek en kozen uiteindelijk voor objecten die de essentie van de volkeren het beste tonen. We reisden verschillende keren naar Roemenië, bezochten musea en archeologische sites. De meeste objecten in de expo zijn bruiklenen, maar er zijn ook referentiestukken uit andere gebieden uit onze eigen collectie. Zo ontdek je als bezoeker dat de Roemeense geschiedenis niet losstaat van de rest van Europa. De expo toont hoe alles met elkaar in verband staat en illustreert perfect de spreuk van Marcus Aurelius die het museum als slogan gebruikt: Wat volgt, staat altijd in verband met wat eraan voorafging.”
—
Met Davidsfonds beleef je meer:
- Dacia Felix. Het roemrijke verleden van Roemenië loopt van 19 oktober 2019 tot 26 april 2020. Met je Davidsfonds Cultuurkaart krijg je 2 euro korting op de toegangsprijs en betaal je 8 in plaats van 10 euro (voor maximaal twee personen per Cultuurkaart). Plan nu je museumbezoek.
- Wil je het maximum halen uit de expo in het Gallo-Romeins Museum? Kom dan naar het dagevenement op zaterdag 30 november 2019. Op het programma staan: een rondleiding in de tentoonstelling, een lezing door Stéphanie Derwael over de Griekse kolonies, een lezing van Linda Bogaert over de Kelten en een lezing door Bart Demarsin over de romanisering van Dacia. Met je Davidsfonds Cultuurkaart krijg je korting. Schrijf nu in.
- In samenwerking met het Gallo-Romeins Museum organiseren we in juni 2020 een cultuurreis naar Roemenië onder leiding van Jorn De Cock. Naast de hoofdstad Boekarest bezoek je een aantal archeologische sites en bezienswaardigheden in andere delen van het land. Laat je verrassen door de roemrijke geschiedenis, de straffe cultuur en de prachtige natuur van Roemenië. Met je Davidsfonds Cultuurkaart krijg je korting. Verzeker je nu van een plaats.