De vergeten vrouwen van de Vlaamse literatuur
Sinds september is ook het Letterenhuis in Antwerpen een van de vele cultuurpartners van Davidsfonds. Als germaniste stond ik meteen te springen om een bezoek te brengen aan het archief en mijn kennis van de Vlaamse literatuur op te frissen. Aan de hand van de audiotour van schrijfster Rachida Lamrabet ging ik op zoek naar Vlaamse schrijfsters. Benieuwd hoeveel schrijvende vrouwen ik tegenkwam?
Tekst: Lotte De Snijder
Stel dat je meedoet aan De Slimste Mens ter Wereld en je moet vijf bekende Vlaamse schrijfsters opnoemen. Wat zijn dan je antwoorden? De eerste naam die bij mij opkomt, is nog steeds Kristien Hemmerechts. Daarna Annelies Verbeke en Saskia De Coster, de jonge garde die furore maakte toen ik Germaanse talen studeerde. Voor nummer vier en vijf zou ik inzetten op Griet Op de Beeck en Lize Spit. Gelukkig is het lijstje schrijvende vrouwen tegenwoordig wel wat langer dankzij schrijfsters als Maud Vanhauwaert, Carmien Michels, Margot Vanderstraeten, Aline Sax, Kristien Dieltiens, Bettie Elias, Els Beerten en vele anderen.
Hoe verder we teruggaan in de Vlaamse literatuurgeschiedenis, hoe minder vrouwennamen we tegenkomen en hoe minder bekend ze zijn. Dat blijkt meteen als je het Letterenhuis binnen gaat en de muren met auteursnamen bekijkt. Het is echt speuren naar een vrouw. Dat is logisch, vertelt Rachida Lamrabet aan het begin van haar audiotour. “Schrijven of koken was de titel van een artikel dat Josette Lambin-Pasquasy in 1950 schreef voor het katholieke tijdschrift De Belleman. Daarin legde ze het dilemma bloot waarmee zij als schrijfster geconfronteerd werd. Jozette wilde namelijk schrijven en tegelijk een toegewijde echtgenote en een niet te evenaren moeder zijn. Geeft ge u rekenschap van de verborgen tragiek? vroeg Josette Lambin-Pasquasy vertwijfeld aan haar lezers. Hartverscheurende keuzes. Echte schrijfsters hebben geen man en geen kinderen. Anna Bijns en Hadewych waren alleen.” Het sluit perfect aan bij wat Virginia Woolf al in 1931 in een essay perfect samenvatte: Killing the angel in the house was part of the occupation of a woman writer. In wat volgt, gaat Rachida op zoek naar hoe andere vrouwelijke schrijfsters het dilemma van Josette Lambin-Pasquasy hebben opgelost.
De presentatie in het Letterenhuis start in 1780 en tot 1940 duiken er maar drie vrouwennamen op:
- Maria van Ackere-Doolaeghe (1803-1884) was een orangiste die na de Belgische onafhankelijkheid flamingante werd en heel bewust in het Nederlands schreef, ook al was dat in die tijd niet zonder risico.
- Desideria Courtmans-Berchmans (1811-1890), een weduwe met acht kinderen, richtte niet alleen een school op maar vond ook nog tijd om te schrijven. Ze publiceerde sociaal bewogen novellen en romans die mistoestanden in de maatschappij hekelden.
- Virginie Loveling (1836-1923) is ongetwijfeld de bekendste schrijfster van de drie. Samen met haar zus Rosalie staat ze bekend als de schrijvende tante van Cyriel Buysse. Virginie schreef zowel novellen en kinderboeken als essays en romans. Tijdens de Eerste Wereldoorlog hield ze een dagboek bij dat in 1999 integraal gepubliceerd werd. Leuk weetje: het is het favoriete oorlogsboek van Erwin Mortier.
Terwijl ik aandachtig naar Rachida luister en door de zaal loop, valt me op wat een schatkamer het Letterenhuis is. Ik passeer langs vitrinekastjes vol brieven, dagboeken, handschriften, drukproeven en unieke gedrukte exemplaren. De muren hangen vol foto’s, portretten en kunstwerken die de schrijvers een gezicht geven en hun woorden tot leven brengen. Zo maak ik kennis met een aantal vrouwelijke schrijvers van wie ik nog nooit gehoord had:
- Alice Nahon (1896-1933) schreef zogenaamde prieelpoëzie, troostrijke verzen over geloof, hoop en liefde. Ze had niet alleen in Vlaanderen maar ook in Nederland succes en verkocht meer dan 250.000 bundels. Alleen Gezelle deed beter.
- Julia Tulkens (1902-1995) was ook een dichteres die aanvankelijk huiselijke poëzie schreef onder invloed van Alice Nahon. Maar met de bundel Ontvangenis (1936) veroorzaakte ze wel wat deining in het conservatieve Vlaanderen. Daarin bezingt ze namelijk de lichamelijk geneugten van de echtelijke liefde. In DW B vroeg een recensent zich af of de tijd der siroopachtige dichteressen in Vlaanderen eindelijk voorbij was. Leuk weetje: Willem Elsschot was fan en liet haar weten dat hij erg dankbaar was voor haar verzen – die zijn tenminste geen gelul.
- Rose Gronon (1901-1979), Maria Rosseels (1916-2005) en Christine D’haen (1923-2009): drie schrijfsters die een lans braken voor de vrouwelijke emancipatie. Jammer genoeg gaat Rachida daar niet dieper op in – het fragment hierover duurt slechts 28 seconden. Maria Rosseels is de enige die bij mij een belletje deed rinkelen: een van de vergaderzaaltjes van het oude Davidsfonds kantoor in de Blijde-Inkomststraat was naar haar vernoemd. Over haar wil ik zeker meer lezen.
- Loekie Zvonik (1935-2000) was van Tsjechische afkomst en Rachida vraagt zich af of zij de allereerste allochtone schrijfster in Vlaanderen was. “Of de eerste Tsjechisch-Vlaamse schrijfster? Of gewoon een schrijfster die in het Nederlands schreef? In die tijd brak men zich daar niet het hoofd over. Ze schreef, en dat was wat telde.”
Ook deze namen passeren de revue: de vrijgevochten ziel Mireille Cottenjé (1933-2006), barones Monika Van Paemel (1945) en babe van de poëzie Patricia Lasoen (1948). Het is pas in de jaren 1980 dat de meest bekende vrouwennamen opduiken, met Kristien Hemmerechts (1955) en Brigitte Raskin (1947). Jammer genoeg wordt er aan het eind van de audiotour nog maar weinig verteld over hun leven en werk. In een van de vitrinekastjes zag ik een intrigerende foto van Raskin die gearresteerd werd bij het betreden van Kleine Brogel, maar het verhaal daarachter ben ik niet te weten gekomen. Hoewel de audiotour heel sterk begint met veel leuke anekdotes, valt die in het midden wat stil en neemt de informatie steeds meer af. Misschien omdat we over hedendaagse schrijfsters zelf meer te weten kunnen komen?
Het Letterenhuis noemt zich het geheugen van de Vlaamse literatuur en na mijn bezoek kan ik dat alleen maar beamen: de presentatie bevat een schat aan informatie, maar is ook donker en komt wat verouderd over. Om de herinneringen aan onze Vlaamse literatuur tot leven te wekken heb je dus een goede gids nodig. Rachida wist me erg te boeien, vooral door verbanden te leggen tussen verschillende auteurs, zoals Loveling en Mortier of Tulkens en Elsschot. Bovendien was ze tussen de regels door ook mild kritisch en bracht ze haar eigen persoonlijkheid in het verhaal. Wat mij betreft had haar tour minstens dubbel zo lang mogen duren.
(c) Foto’s Letterenhuis: Ans Brys
___
Voor mijn bezoek aan het Letterenhuis downloadde ik de gratis Antwerp Museum App, waarmee je in de Antwerpse musea (en erbuiten) interessante audiotours kunt volgen. Ik ging met Rachida Lamrabet op zoek naar schrijvende vrouwen, maar je kunt in het Letterenhuis nog andere tours volgen:
- De Vlaamse geschiedenis in de literatuur, ingesproken door Tom Naegels.
- Kristien Hemmerechts over het schrijverschap.
- Een wandeling langs strip- of gedichtmuren in Antwerpen.
- De stad van Elsschot, een stadswandeling waarbij Eric Rinckhout je de tijdsgeest, personages en plekken uit Het dwaallicht laat ontdekken. (Fans van Elsschot lezen hier meer over zijn boek Een ontgoocheling. Fans van Rinckhout lezen hier meer over de man in de schilderkunst.)
Op zondag 20 januari kun je in het Letterenhuis deelnemen aan Toast Literair. Davidsfonds Antwerpen KBC & Davidsfonds Antwerpen Jan Blom nodigen dan Joke van Leeuwen uit voor een boeiende voordracht. Je ontdekt de permanente collectie en de literaire archieven. Bekijk nu het programma.
Tijdens Toast Literair vinden er in heel Vlaanderen en Brussel literaire activiteiten plaats. Ontdek hier alle activiteiten.
Bezoek je het Letterenhuis liever alleen? In januari kun je voor één euro naar het archief als je een Davidsfonds Cultuurkaart op zak hebt. Raadpleeg nu alle info over het Letterenhuis.
Rachida Lamrabet is een van de auteurs die een verhaal schreef voor de bundel Verre vrienden (Davidsfonds Infodok 2013). Het boek bundelt tien herkenbare en aanstekelijke verhalen waarin vriendschap centraal staat. Theatermaker Michael De Cock en illustrator Gerda Dendooven vroegen aan hun eigen vrienden om mee te werken aan de bundel.
Op donderdag 21 februari is Rachida Lamrabet te gast bij Davidsfonds Etterbeek tijdens interlitratour. Samen met een andere auteur die als politiek vluchteling naar België is gekomen, geeft ze een lezing. Neem contact op met de afdeling voor info.