Maak kennis met … Lien Geeroms
Wie maakte al die mooie illustraties voor onze Davidsfonds Cultuurgids? En die van vorig jaar? Hoog tijd om kennis te maken met het Leuvense tekentalent dat al twee jaar lang onze brochures opvrolijkt.
Tekst: Lotte De Snijder
Wie is Lien Geeroms?
Ik ben een illustrator die woont en werkt in Leuven. Ik ben geboren en getogen in die stad. Alleen voor mijn hogere studies ben ik even naar Gent uitgeweken. Daar was ik bijna blijven plakken, maar de liefde van m’n leven lokte me weer naar mijn geboortestad. Blij toe, want ik vind het de perfecte plek om mijn twee zonen groot te brengen.
Waar hou je van?
In willekeurige volgorde: mooie boeken (ik koop ze meestal op en om het zicht), vrolijke deuntjes, documentaires (de Abstract-reeks op Netflix is een aanrader), serietjes, trips naar het theater, Museum M of een ander museum, podcasts luisteren tijdens het werk, een goed gesprek met iemand die me snapt, wandelingen (even weg, maar ook dé manier om ideeën op te doen), droedelen aan ‘een kust’ – het liefst een ruwe – tijdens een reis met m’n gezin, spelen (zandkastelen bouwen aan die kust, bijvoorbeeld), het eerste kopje koffie van de dag …
Waar hou je niet van?
Klagers. Geen koffie meer in huis, maar daar klaag ik dan niet over, hoor
Waarom besloot je om van illustreren je beroep te maken?
Ik studeerde Grafische Vormgeving en Illustratie aan de Hogeschool St. Lucas in Gent. Eigenlijk had ik geen idee wat dat inhield. Ik wilde ‘iets met tekenen’ doen en de omschrijving van die opleiding in de schoolbrochure leek me wel min of meer te passen. Na twee jaar koos ik voor illustratie als specialisatie.
Na mijn studie bleek het niet evident om daar meteen ook de kost mee te verdienen. Ik combineerde het eerst met andere jobs. Daar ben ik niet rouwig om. Ik heb op die manier heel wat fijne mensen ontmoet, andere werelden ontdekt en het klappen van de zweep geleerd in een professionele omgeving.
Ik ben me dus pas 10 jaar na mijn afstuderen volledig op het illustreren beginnen toeleggen. Na al die jaren van combineren was de goesting groot om me helemaal op dat illustreren te kunnen focussen. Dat bevalt me wonderwel. Ik ben nu zo’n 7 jaar als freelancer aan het werk.
Die stap kwam er ook dankzij de steun (mentaal én financieel) van mijn echtgenoot. Zeker die eerste jaren waarin je nog moet groeien, zoeken, uitproberen en een klantenbasis uitbouwen is zo’n ‘vangnet’ een zegen.
Ik zie het wel als een win-win voor ons gezin. Ik werk van thuis uit en kan mijn werktijden heel autonoom invullen. Die helse puzzels die veel gezinnen ondergaan (kinderen brengen, halen, opvangen tijdens de vakantie, inkopen doen, zorg voor zieke kinderen, hobby-taxi-ritjes …) is hier zelden een bron van stress. Als mijn agenda volloopt en de deadlines staan te pinken, betekent dat wel dat ik wat meer avondwerk moet inlassen (en tijdelijk een heel kribbige moeder wordt).
Ik vind het alleszins een zegen dat ik een zeer aanwezige moeder kan zijn, me ondertussen ook kan toeleggen op mijn vak en – traag maar zeker – mee geld in het laatje kan brengen. Twee favoriete momenten in een dag:
- 8 uur ’s ochtends, wanneer al mijn mannen de deur uit zijn en ik met een kop koffie achter mijn bureau kruip om de werkdag te beginnen
- 16 uur ’s middags, wanneer mijn zonen zijn binnengedruppeld en ik hun schoolverhalen mag aanhoren.
Wat vind je er leuk aan?
Als kind tekende ik veel en graag. Voor een kind is dat ook geen ongewone manier om zich uit te drukken of om ‘iets van zichzelf’ aan een ander te geven. Eigenlijk was ik toen al met toegepaste ‘kunst’ bezig. Ik werkte het liefst in opdracht en naar een deadline toe. Een verjaardagskaart voor oma. Een tekening om die zieke klasgenoot op te vrolijken. Een muurschildering om het jeugdhuis te pimpen. Waar anderen vaak stoppen met tekenen in hun tienerjaren, ben ik dat gewoon blijven doen. Het maakte toen al deel uit van mijn identiteit. Mijn ouders hebben me daar ook steeds in gesteund en gestimuleerd.
Wellicht hadden mijn artistieke familieleden – veel muzikanten en één tekenende tante in het bijzonder – er ook wat mee te maken. Die lieten me als kind ervaren dat jezelf op een artistieke manier kunnen uitten een grote bron van plezier en geluk is.
En dan is er nog de ‘flow’. Je hoort het woord vaak vallen tegenwoordig. Ik doel dan niet op het magazine maar op de staat van zijn. Die toestand waarin je verkeert als je zo betrokken bent bij een activiteit dat je alles om je heen vergeet. Illustreren schenkt me dat en is daarom een grote bron van geluk. Er zijn momenten in het maakproces waarin ik me helemaal kan verliezen. Ik word heel nukkig en ongelukkig als ik dat te lang moet ontberen
Wat ook voldoening geeft, is de bijdrage die ik kan leveren aan het overbrengen van een verhaal, boodschap of gevoel met mijn beelden. We worden tegenwoordig gebombardeerd met beeld, dus het is een hele uitdaging, maar ik geloof dat er nog steeds veel kracht schuilt in beelden om mensen ergens bij te betrekken. Anders en gevoelsmatiger dan met woorden.
Naar welke illustratoren kijk je op?
Goh. Het stikt van talent. Dat is soms erg overweldigend. Ik noem er twee, maar het hadden er ook 20 kunnen zijn:
- Ik volg al lang het werk van Mar Hernandez. Haar kleurgebruik, stilering, texturen. Kwijl
- Joohee Yoon past ook in dat straatje. Zij kan prachtige sferen opwekken en boeiende composities maken.
Wat is je favoriete illustratie?
Dat is al helemaal een moeilijk vraag. Ik hou het even bij mijn eigen werk, omdat dat de keuze wat beperkt. Een illustratie waar ik nog steeds erg tevreden over ben, is de ‘Papaplu’. Ze is onderdeel van een boekje om kinderpraat in te verzamelen. Die prent hangt hier naast mijn bureau. Ze herinnert me eraan dat ik soms ballast overboord mag gooien. Niet te veel in een beeld moet proppen. In deze prent ben ik daar voor mezelf in geslaagd. Lagom zouden de Zweden zeggen.
Ik ben ook erg in mijn nopjes over de nieuwe reeks tekeningen voor de Davidsfonds Cultuurgids. Niet om te slijmen (oké, misschien een beetje), maar ik ben oprecht blij met het resultaat. Het was een toffe uitdaging om te knipogen naar Rubens en Bruegel. Ik hou er erg van als ik een bepaald kader opgelegd krijg voor een opdracht. Dat scherpt de creativiteit.
Hier lees je het volledige verhaal achter het nieuwe campagnebeeld.
Heb je een cultuurtip voor onze lezers?
Ik neem al jaren een abonnement bij 30CC in Leuven, samen met mijn moeder. Wanneer we in juni traditiegetrouw ons abonnement samenstellen, kiezen we heel divers en soms wat lukraak op basis van een kort nieuwsgierigmakend tekstje in de brochure. Vorig jaar hebben een aantal voorstellingen van Het nieuwstedelijk me op die manier aangenaam verrast, zoals Het einde is nabij. Ik heb daarom dit jaar weer een aantal van hun voorstellingen op het programma staan. Ik kijk er al naar uit.
Heb je een gouden cultuurregel?
Aansluitend op wat hierboven staat: kom eens uit uw ‘kotje’ en laat je verrassen. In het ergste geval valt het tegen, maar ook tegenvallers blijven bij.
Meer zien van Lien Geeroms? Surf naar haar website en klik door naar haar Instagrampagina. Dat zijn strelingen voor het oog!