Het beeld van de man in de kunst
Hoe wordt de man uitgebeeld in de kunst? Hoe ziet een mannelijke kunstenaar zichzelf? En hoe stelt hij andere mannen voor? Bestaat er zoiets als mannelijke kunst? Uit die vraag vloeit meteen ook de volgende voort: is er zoiets als een mannelijke blik? En bijgevolg: bestaat er dan ook een vrouwelijke blik? Aan de hand van vijf portretten uit de kunstgeschiedenis ging Eric Rinckhout op onderzoek voor Davidsfonds Cultuurmagazine.
Tekst: Eric Rinckhout
Wordt een man door een mannelijke kunstenaar steevast uitgebeeld als een stoere, ongenaakbare heerser? Als een wolf, een leeuw, een held? Of is er ruimte voor nuance, voor kwetsbaarheid? En hoe kijkt een vrouw naar mannen? Wat is die mannelijke blik? En hoe verschilt de female gaze daarvan? Over deze problematiek – de zogeheten gender studies – zijn de voorbije decennia bibliotheken volgeschreven. Hier wil ik het eenvoudig en concreet houden: ik heb vijf portretten gekozen waarop één of twee mannen worden uitgebeeld. Ze zijn geschilderd door vier mannen en één vrouw. Vijf keer een verschillend beeld, een andere blik. Vijf beelden uit de kunstgeschiedenis om over na te denken.
Peter Paul Rubens: meer dan imago
Rubens schilderde dit zelfportret rond 1639, toen hij vooraan in de zestig was. Het was bestemd voor zijn kinderen en hing bij Rubens’ dood – op 30 mei 1640 – naast een zelfportret van de door hem bewonderde Titiaan.
Rubens beeldt zich hier uit als seigneur, niet als schilder. Hij wil laten zien dat het leven hem aanzien en rijkdom heeft gebracht. De zwarte mantel, de breedgerande hoed, de witte platte kraag en de degen: alles wijst op standing en status. Dit is een prins, geen stielman.
Tegelijk is er plaats voor introspectie. Dit is ook het beeld van een man die ten volle beseft dat zijn einde nadert: de oogleden zijn zwaar, er zitten wallen onder zijn ogen, een lichte blos accentueert zijn opvallend bleke huid, de wangen zijn uitgezakt.
Let ook op de ongeschoeide hand, die op de degen rust: het is – in spiegelbeeld – Rubens’ rechterhand, de hand waarmee hij schildert. Rubens leed al enige tijd aan jicht, een reumatische aandoening van de gewrichten, die hem fataal zou worden. De toen ongeneeslijke ziekte bezorgde hem niet alleen veel pijn en ongemak bij het tekenen en schilderen, ze veroorzaakte ook zwellingen. De gezwollen hand en de opvallende verdikking aan de kneukel van de pink kunnen ziektesymptomen zijn. Dit laatste zelfportret getuigt dus ook van een grote kwetsbaarheid en vertoont een zweem van melancholie.
Léon Spilliaert: de blik naar binnen
Léon Spilliaert heeft zichzelf omstreeks 1908 vaak geportretteerd. Hij was toen 27 en een chronische maaglijder. Tijdens zijn vele slapeloze nachten dwaalde hij door zijn huis in Oostende en observeerde hij zichzelf en het interieur.
’s Nachts ziet alles er anders uit en dat is ook zo in deze pastel- en inkttekening: de zekerheden van de dag ruimen plaats voor onrustbarende vreemdheid en dreigende stilte.
In dit werk staat Spilliaert zelf centraal of althans zijn toenmalig zelfbeeld. Hij bekijkt zichzelf hoogstwaarschijnlijk in een spiegel die hij voor zich op een tafel heeft gelegd, waardoor een kikkerperspectief ontstaat. De figuur lijkt in een afgrond te staren en verpletterd te worden door de enorme spiegel achter hem. Zo krijgt het tafereel nog wat meer dreiging.
Maar het opvallendste aan dit zelfportret is het afzichtelijke, uitpuilende oog met groene pupil en gevat in het diepste zwart. De tandeloze mond valt open zoals in De schreeuw van Edvard Munch. Spilliaert ziet zichzelf als een schim, een spookverschijning: meer dood dan levend. En hij schrikt van zichzelf.
Is het de invloed van het sombere wereldbeeld van de pessimistische filosoof Schopenhauer, onder wiens invloed Spilliaert toen stond? Of beschouwt Spilliaert zichzelf als slachtoffer van een verstikkende burgerlijkheid, waarvan het strakke pak en de witte boord de symbolen zijn?
Artemisia Gentileschi: de vrouw als object
De Italiaanse Artemisia Gentileschi, een van de eerste professionele schilderessen, zet in Susanna en de ouderlingen (1610), een overbekende voorstelling helemaal naar haar hand. Een treffende illustratie van de ‘vrouwelijke blik’.
Het Bijbelse verhaal van de jonge en kuise Susanna, die ten prooi valt aan het voyeurisme van twee oude mannen, komt als thema vaak voor in de schilderkunst van de 16de en 17de eeuw. Meestal wordt Susanna bespied door twee mannen, maar is ze zich van geen kwaad bewust of speelt ze zelfs het spel mee en geeft ze zich – letterlijk – maar al te graag bloot voor zowel de gluurders ín het schilderij als de mannelijke toeschouwer vóór het schilderij.
De Susanna van Artemisia speelt het spel evenwel niet mee: ze is zich terdege bewust van de aanwezigheid van de twee mannen en van hun bedoelingen en ze verweert zich. Ze wil niets weten van de avances van de twee, die niet eens zó oud zijn: meestal gaat het om grijsaards, hier zijn het een jonge man en een man van middelbare leeftijd. Artemisia zet dus een zelfbewuste vrouw neer, niet het zoveelste lustobject in een mythologische context. En ze maakt van de twee mannen aanranders, zodat het tafereel grimmig wordt en niet langer baadt in een zeemzoete sfeer van onschuldig voyeurisme en vrouwelijke verleiding.
Jacques-Louis David: de man als superheld
Het schilderij Napoleon steekt de grote Sint-Bernardpas over is een treffend staaltje van propaganda en leugen. Het is tegelijk een van de meest gereproduceerde afbeeldingen van de toenmalige Eerste Consul.
Het schilderij werd in augustus 1800 besteld door de Spaanse koning Karel IV voor zijn paleis in Madrid om de vriendschappelijke relaties tussen Spanje en Frankrijk te benadrukken. Napoleon vroeg meteen aan de schilder, Jacques-Louis David, om drie kopieën te maken, onder andere voor het Louvre en het Hôtel des Invalides.
De kopieën verschillen lichtjes van elkaar in details zoals de kleur van de mantel en de vacht van het paard. Telkens gaat het om een monumentaal werk van zo’n 2,60 meter hoog en 2,20 meter breed. De 31-jarige Napoleon zit op een steigerend paard maar blijft op miraculeuze wijze in het zadel, hoewel hij de teugels losjes in de hand houdt. Hij wijst naar de top van de berg, waar zijn troepen overheen moeten richting Italië.
Dit eerste officiële portret van Napoleon toont een jonge, krachtige en ongenaakbare aanvoerder, maar hij heeft niet eens geposeerd voor het schilderij. David moest zich behelpen met een buste en liet zijn eigen zoontje als model op een ladder zitten. Bovendien is de scène volstrekt uit de lucht gegrepen: Napoleon voerde zijn troepen niet op dergelijke heldhaftige wijze aan, maar trok samen met zijn leger moeizaam en verkleumd door de Alpen, gezeten op een muilezel, gekleed in een dikke grijze jas en geleid door een lokale gids.
Gustave Caillebotte: de kwetsbare man
Dit bijna levensgrote ‘portret’ van een man zorgt nog altijd voor ongemakkelijke reacties. Fransman Gustave Caillebotte schilderde Man bij zijn bad in 1884 en stuurde het werk in voor de tentoonstelling van Les XX in Brussel in 1888. Omdat het te controversieel werd bevonden, hing men het in een apart zaaltje.
In 2011 wilde het Museum of Fine Arts in Boston het schilderij aankopen, maar zelfs toen werd het bijeenbrengen van privéfondsen zo delicaat geacht dat het museum enkele minder belangrijke werken uit zijn collectie verkocht om de nieuwe aankoop zelf te financieren.
Nochtans schilderde Caillebotte niets anders dan wat Degas en Toulouse-Lautrec toen ook deden, weliswaar met één fundamenteel verschil: in plaats van een naakte vrouw schilderde hij een naakte man die net een bad had genomen en zich afdroogde. Het is geen schokkend of vulgair schilderij, het is evenmin een geïdealiseerd naakt. Het gaat om een gewone man en een gewone bezigheid. Maar naakte mannen waren, zeker in de impressionistische kunst, een uitzondering.
Nog altijd slaagt het beeld er blijkbaar in de doorsnee kijker ongemakkelijk te stemmen. Is het omdat Caillebotte de diep ingesleten verhouding tussen mannelijke toeschouwer en vrouwelijk naakt dooreenschudt? Of omdat hij een man kwetsbaar uitbeeldt? Of omdat er een zweem van homoseksualiteit rond dergelijk beeld hangt?
Heb je zin om samen met Eric Rinckhout een eigenzinnige reis te maken door de geschiedenis van de schilderkunst? Doe dan mee aan de cursus van Davidsfonds Academie in Ieper. Op dinsdag 20 en 27 november 2018 toont Rinckhout werken van bekende en minder bekende meesters, duikt hij in hun ontstaansgeschiedenis, zoekt hij naar het verhaal en het kader eromheen en geeft hij een andere kijk op kunst. Alle info vind je hier.
Eric Rinckhout schreef dit artikel in opdracht van Davidsfonds Cultuurmagazine voor het Folio-themanummer ‘Man, man, man’. Folio is een verbond van 33 culturele, literaire en erfgoedtijdschriften. Elke maand trakteert Folio op het beste uit de tijdschriften: een aantal gratis artikels, gekozen door de redacties zelf en verspreid via een digitale nieuwsbrief. Speciaal voor de Boekenbeurs van 2018 bundelde Folio een aantal artikels onder het thema ‘Man, man, man’ en publiceerde die in een eenmalige papieren bijlage. Die bijlage wordt voorgesteld op de Boekenbeurs op vrijdag 2 november tijdens een boeiende avond. Ontdek hier wat er op het programma staat.