PLAY: Artem et circenses in Kortrijk
Nog tot en met 11 november 2018 kan je het kind in jezelf naar boven halen tijdens PLAY, het speelse stadsfestival in Kortrijk. Op verschillende binnen- en buitenlocaties in de stad dompel je je onder in de unieke wereld van internationale beeldende kunst, en dat op een speelse manier. Kunst? En spelen? Dat klinkt geweldig! Daarom interviewden we curator Hilde Teerlinck voor meer tekst en uitleg. Let’s play!
Van waar komt het idee om met kunst in de stad voluit in te zetten op ‘spel’?
“Het idee voor PLAY ontstond enkele jaren geleden nadat ik het boek Play. How it shapes the brain, opens the imagination, and invigorates the soul (2009) van Stuart Brown had gelezen. Hij schrijft dat spelen belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen, zowel op motorisch als intellectueel vlak. Hetzelfde geldt trouwens voor volwassenen. Maar onze maatschappij is prestatiegericht en stress overheerst. Spel is een soort van competitie geworden. We zouden eigenlijk meer moeten spelen in de zin van: tijd nemen voor iets waar je zin in hebt en wat je graag doet, zonder competitie en uit eigen wil. Dat is wat PLAY probeert: via kunst doen inzien dat spelen belangrijk is voor iedereen en voor de maatschappij.”
Hoe is spel van belang voor onze maatschappij?
“Mede dankzij spel ontwikkelen onze hersenen zich en zo ook de maatschappij. Spelen leidt tot creatieve ontwikkeling, waardoor je nieuwe dingen ontdekt, iets nieuws uitvindt en waardoor er ook evolutie is in de samenleving. Creëren is in se een spel. En ik zei het al: burn-outs, stress en haast zijn vandaag schering en inslag. We moeten een antwoord geven op die heersende sfeer; yogalessen of cursussen voor onthaasten zijn zulke antwoorden. Mensen hebben nood aan vrije tijd en aan tijd voor zichzelf. Dat alles komt samen in PLAY.”
Play is geen tweede Efteling. We gaan een stap verder, het is kunst voor de hele maatschappij.
Wat is dan de bedoeling van PLAY?
“PLAY probeert je te doen nadenken over de werken én je ook echt te laten spelen. Een groot deel van de kunstwerken is dan ook interactief. We hebben de kunstenaars uitgenodigd om een werk te creëren dat het lichaam én de geest prikkelt. Want dat is wat kunst doet: je ontwikkelt een visie op de maatschappij, omdat kunst je doet nadenken over de wereld en de maatschappij.
PLAY is dus geen gewoon pretpark, het gaat niet alleen om springen, lopen en vallen. Het is de bedoeling dat je er ook bij nadenkt. Bewegen, je lichaam voelen en je hersenen aan het werk zetten: dat is PLAY. We moeten meer bewust zijn van het belang van spelen. Zo is er bijvoorbeeld Adult Games van Erkan Özgen, een installatie met een video waar spelende kinderen maskers van terroristen dragen. Het doet je nadenken: wat is onze politiek-sociale visie daarop? Geweld en oorlog, hoe reëel is dat in onze wereld? Weten we echt wat dat betekent? Kinderen moeten spelen, maar ze moeten er ook de kans voor krijgen. En op het reuzenbed – Bed van Jennifer Rubell – mag je springen. Alle grenzen vervallen, iedereen staat op een instabiele vloer. Zo is iedereen gelijk.”
Wat is jouw lievelingsinstallatie?
“Ik heb niet echt een favoriet, dat verandert van dag tot dag. Het geheel is gewoon een interessante belevenis. Wat ik wel heel mooi vind, zijn de Broeltorens. Je wandelt binnen in een kamer vol ballonnen, Work No. 262: Half the air in a given space (2001) van Martin Creed, en daarna ga je naar boven. Daar geniet je van het werk van Polly Apfelbaum, The Sound of Ceramics (2016). Dat is een muzikale en sculpturale samenwerking met componist Wang Lu. De installatie telt 200 hangende geometrische vormen en uit keramiek vervaardigde kraalhamers. Er zijn zeven verschillende vormen en elke vorm stelt een muzieknoot voor. Dat is een heel rustgevende en stille installatie. Daarna kan je ervoor kiezen om uit de toren springen, een installatie van Piero Golia. Van plezier naar rust naar adrenaline: die combinatie en opvolging van werken is heel mooi.”
Waarom is PLAY een project in de stad en niet in de natuur?
“PLAY in de natuur kon ook, maar daar mis je de confrontatie met de stad. En die confrontatie is net goed. Want speeltuinen zijn geboren in de stad: in New York werden ze een begrip na de Eerste Wereldoorlog. Door de verstedelijking en de strengere wetten voor kinderarbeid kwamen meer kinderen op straat: dat was hun ‘playground’. Voor de veiligheid begon de stad speeltuinen in te richten, een afgebakende zone voor kinderen. Die werden almaar populairder, nu vind je ze in elke stad. Die speeltuinen zijn dus artificieel en zijn een stedelijk idee, vandaar dat PLAY in de stad plaatsvindt en niet in de natuur.”
Onze columnist Dimitri Leue schreef in september een column over PLAY in het Davidsfonds Cultuurmagazine. Hij schrijft: “Voor de openluchttentoonstelling PLAY maakten kunstenaars werk op kindermaat. Kunst met de grootste K, namelijk die van kind.” Ga je daarmee akkoord?
“PLAY is belangrijk voor kinderen, maar we willen ook dat volwassenen meedoen. Dan pas zijn we in onze opzet geslaagd. We denken te veel dat spelen alleen voor kinderen is, maar spelen stopt niet bij de adolescentie. Het is eigenlijk de schuld van de maatschappij dat we stoppen met spelen. “Als je volwassen bent, moet je serieus zijn.” Zo schrijft ook de pers dat je er met je kinderen naartoe moet. Maar voor volwassenen is het minstens even interessant.”
Dimitri Leue schreef ook het volgende, na een bezoek aan de confettikamer: “Toen mijn dochter thuis haar kleren uitdeed, wees ze naar de confetti die op de grond dwarrelde en riep: “O, kunst! Of is het alleen maar kunst als er héél véél van is, papa?” Mijn antwoord was deze levensles: “Het is Kunst zodra iemand het zo noemt.” Wat vind je daarvan?
“Dat klopt deels. Maar het is ook kunst omdat het door kunstenaars gemaakt werd. Ze ontwikkelen een concept en ook een visie die ze willen delen. Dat confettikunstwerk, I am prepared for you van Markus Sixay, werd trouwens al drie keer vernieuwd, net omdat het in je kleren kruipt. Na 100.000 bezoekers zou er bijna niets overblijven. Dat is ook mooi: dat meisje nam kunst mee, in dit geval letterlijk en figuurlijk.”
Blijven er installaties permanent staan?
“Er zal alleszins één Modified Social Bench van Jeppe Hein blijven staan. Zitten wordt er een fysiek proces en de bank stimuleert dialoog tussen gebruikers en voorbijgangers. Ook Sing Sing van Frederik Van Simaey blijft, een sculptuur in de vorm van een metalen hek. Als je met een stokje tegen dat traliewerk tikt terwijl je wandelt, zoals kinderen doen, dan hoor je de melodie van Altijd is Kortjakje ziek. Die installatie staat aan de muziekschool en blijft er dus.”
Denk je dat je mensen aanzet om na het bezoek ook te blijven spelen?
“Dat is toch de bedoeling, maar zoiets is moeilijk te meten. We krijgen wel veel positieve reacties via sociale media. Een meisje zei: “Ik heb mijn droom waargemaakt, ik heb gespeeld met mijn ouders.” Dat is mooi. Natuurlijk zal niet iedereen zien of doen wat we verwachten, maar de kunstenaar doet een aanzet. Dan is het aan het publiek om de stappen te nemen.”
Heb je nog tips of een boodschap voor de bezoekers?
“Ga ernaartoe met een open geest en doe gewoon wat je wil, zo vrij mogelijk. En bezoek PLAY in groep. Spelen doe je niet alleen, het is een pluspunt als je het met andere mensen beleeft. Tijdens PLAY stap je uit je comfortzone en dat is wat we willen.”
___
Met de Davidsfonds Cultuurkaart heb je recht op een gratis bezoekersgids ter waarde van 2 euro. Haal de gids af bij één van de volgende 3 infopunten:
- Track Muziekcentrum, Conservatoriumplein 1, 8500 Kortrijk
- Museum 1302, Begijnhofpark z/n, 8500 Kortrijk
- Museum Texture: Noordstraat 28, 8500 Kortrijk
Meer info over PLAY via www.playkortrijk.be.