Boekverslag: ‘Ten zuiden van de grens’ van Haruki Murakami
Is het verrassend dat er bij Davidsfonds veel boekenliefhebbers werken? Ik denk het niet. Dat er nog geen leesgroep met de collega’s was, is dan weer wel verbazend. Daarom zijn we dit voorjaar gestart met BOEKEN&BOKES: een maandelijkse leesgroep tijdens de lunch. Het eerste boek dat op tafel lag, was Ten zuiden van de grens van Haruki Murakami. Benieuwd wat we ervan vonden? Scroll dan snel verder.
Tekst: Lotte De Snijder
Hajime en zijn jeugdliefde Shimamoto groeien allebei op als enig kind. Na schooltijd luisteren ze samen naar muziek, houden ze elkaars hand vast en praten ze over de toekomst. Als Hajime met zijn familie naar een andere stad verhuist, verliezen ze elkaar uit het oog. Jaren later kruisen hun wegen weer: Hajime is de eigenaar van een jazzclub, echtgenoot en vader. Shimamoto’s leven is gehuld in vele geheimen die ze niet wil prijsgeven. Maar na hun ontmoeting zet Hajime alles op alles om haar weer te veroveren.
Dat klinkt als een klassiek liefdesverhaal, maar niets is wat het lijkt in deze meesterlijke roman vol raadsels. Het hele boek vraag je je af wat er aan de hand is met de mysterieuze Shimamoto en waarom ze voor lange periodes verdwijnt en dan weer opduikt. Waarom vertelt ze niets over haar leven? Bestaat ze wel echt, of is ze een hersenschim van Hajime?
“Ik heb lange tijd een speciaal plekje in mijn hart voor haar opengehouden, als een klein bordje met ‘gereserveerd’ op een tafeltje in een rustig hoekje van een restaurant.”
Wat zeker is: Hajime mijmert erop los en leeft vooral in zijn gedachten. Hoewel er niet veel gebeurt, nemen de herinneringen aan die gebeurtenissen veel plaats in. Murakami toont zich met dit boek de meester van het mijmeren. Over verloren kansen, over wie je had kunnen zijn, over de onmacht om grip te krijgen op het leven …
“Al mijn woorden verloren hun kracht en als regendruppels op een raam gleden ze af langs de werkelijkheid.”
Hoe meer je over het boek nadenkt en praat, hoe meer vragen er oprijzen en hoe meer betekenissen je ontdekt. Het is een verhaal dat blijft nawerken en waaraan je kunt blijven puzzelen. Bovendien is het prachtig geschreven: puur, maar met heel veel mooie metaforen.
“Zelfs luchtkastelen kunnen soms een likje verf gebruiken.”
Kortom, Ten zuiden van de grens is een mooi, puur en mijmerend boek dat vraagt om herlezen te worden.