Kurt Van Eeghem over de homo turisticus
Al jarenlang is Kurt Van Eeghem columnist voor het Davidsfonds Cultuurmagazine. En nog steeds weet hij ons te verrassen met bevlogen teksten. Zoals zijn laatste column, waarin hij haarfijn uitlegt waarom de moderne homo turisticus, vergroeid met zijn smartphone, geen lang leven meer is beschoren.
Tekst: Kurt Van Eeghem
Op de Grote Markt van Brussel stonden wel duizend mensen in volle bewondering voor de barokke pracht. Zo leek het. Bij nader toezien keken ze niet naar de gevels, maar naar hun smartphones. Letterlijk. Elke Chinees, Japanner, Amerikaan, Toemboekstanees of Rotterdammer op daguitstap concentreerde zich op dat ‘ding’.
Het is het nieuwe reizen. De toerist bekijkt die Grote Markt later wel op hotel nadat de beelden op Instagram en Facebook uitentreuren werden ‘geliket’. Op de Grote Markt worden de mobieltjes de hele tijd uitgewisseld en na alweer een flits staan Xing, Umahitu, Joan, Akabara of Kees breed lachend naast de spits van het Brusselse stadhuis. In hun kamer ontdekken ze dat. Het doet er niet toe of ze genieten van die prachtige spits – de vriendjes laten zien dat ze er waren, daar draait het om. Oh, look, Joan is in Brussels right now. Great! En maar liken.
Dat het gotische stadhuis iets zou veroorzaken in hun hersenen – een schoonheidsgevoel, bijvoorbeeld – is een illusie
Toeristen bekijken de steden en plaatsen die ze bezoeken niet, dat gebeurt in ‘uitgesteld relais’, wanneer ze opkijken van de opmerkingen die de vrienden als ultieme bevestiging van hun geluk hebben ingetikt. Dat het gotische stadhuis iets zou veroorzaken in hun hersenen – een schoonheidsgevoel, bijvoorbeeld – is een illusie. Die Grote Markt is een ‘site’ die op ieders ‘bucketlist’ staat. Dat is wat telt. Dat is wat wordt ‘geliket’.
De ziekte bestaat al langer. Tientallen jaren geleden bezocht ik het tempelcomplex van Karnak, een ronduit mythische plaats die zo’n 3550 jaar geleden aan de rand van het huidige Luxor in Egypte werd gebouwd. Ik startte mijn bezoek onder de zuilen van het overweldigende peristilium. Net op dat moment werd een bus Japanners gelost. Wild fotograferend, letterlijk als een bende gekken, holden ze door het immense complex. Ik was amper bekomen van mijn eerste zuil of de bende wurmde zich alweer de bus in. Ze waren er geweest, het bewijs moest alleen nog even langs de labo’s van Canon en Nikon.
Dankzij de nieuwe speeltjes van Apple en Samsung is de ziekte een epidemie geworden. Dat potsierlijk gedrag eindigt ooit in de volledige hersendood van de homo turisticus. Ook concerten worden niet meer genoten, ze worden opgenomen. Elke concertganger verlaat de zaal met een stijve arm. Nu de iPhones elk jaar groter worden, vrees ik voor ernstige spierziektes.
In musea is het specimen eveneens gesignaleerd. Zo kreeg ik een uitbrander toen ik naar mijn geliefde Van Eyck keek net op het moment dat een forse man een selfie wilde maken met het Lam. Onschuld meets onnozelheid.
Copyright foto: Thomas De Boever